Samenvatting MSK 2
praktijk:
Heup
1. Basisonderzoek
Inspectie
Beenlengteverschil Asymmetrie
Atrofie Hypertrofie
Valgus/varus knie
Frontaal
Toeing -in (vergrote anteversiehoek)
meer endorotatie (=ROM)
Functieonderzoek
Actief Uitvoering
Quick test flexie, extensie, lateroflexie, rotatie uitvoeren
Actief functioneel als geen herkenbare klachten. Geen LRK voor pathologie
onderzoek (Heup altijd screenen op LRK!)
Uitvoering:
- Niet te testen been net los van de grond
- 2 vingers op tafel voor stabiliteit (NIET STEUNEN)
- Andere heup maximaal opheffen en 30 seconden aanhouden
Test van Trendelenburg Compensatie: overhangen naar de te testen zijde (C7 moet boven de te
testen heup blijven vallen)
Beoordeling: SIPS palperen om te voelen wat er juist gebeurt
(bv broek gelijk zetten met sips)
Positief: Patiënt zakt direct weg OF patiënt kan geen 30 sec in de positie
blijven
Passief
Uitvoering:
- bekken hoeft niet gefixeerd te worden
Bewegingsuitslag:
- 160° volledige bewegingsbaan
- enkel in heup: 110°-120°
Flexie Vanaf 90° beweegt bekken mee, waarom?
- Rek op spieren; hamstrings
- weerstand die heup biedt is meer dan de weerstand die rug biedt.
Eindgevoel: zacht
Trajectweerstand: !! let op voor teken van drehmann (coxartrose) je
kan niet meer in sagittale blijven
Abductie Beperkende factoren:
- rek op adductoren (differentiatie tussen uni en bi)
- bi-articulaire adductor = gracilis (uitschakelen = knieflexie)
uitvoering:
1
, - niet te testen been laten afhangen voor stabilisatie
compensatie:
- lateroflexie van de lage wervelzuil
Bewegingsuitslag: 45°
Bewegingsuitslag:
Endo 45° / Exo 60°-70°
totaal normaal 115°
Indien endorotatie groter is als exorotatie anteversiehoek
Endo/exo
eindgevoel:
endo: stevig – hard (coxartrose) / Exo: stevig
Uitvoering:
- fixatie sacrum (SI(=mm) gewricht wordt mee getest)
ROM, trajectweerstand en … niet beïnvloed
Extensie
pijn (pijn van extensie of pijn kanteling SI gewricht)
- fixatie tuber (= nauwkeuriger voor pijnbevraging)
Mobiliteit in buiklig kleiner = 30°
Endorotatie bilateraal Doordat de 90° heupflexie wegvalt zijn de kapsulaire structuren meer
opgespannen – Minder LPP
Weerstand
‘’ik ga u weerstand geven, jij moet proberen je been in deze positie te houden’’
= isometrisch (willen geen beweging) been daar houden
= Geen maximale kracht (explosief) kine kan rustig beginnen opbouwen
Spieren: Spieren:
- iliopsoas - Hamstrings
- rectus femoris - Glut max
- sartorius - Glut medius
- gluteus medius - Adductor magnus
Flexie - glut minimus Extensie
- TFL
- gracilis
- alle adductoren buiten add
magnus
Spieren: Spieren:
- TFL -Adductor brevis, longus,
- Glut medius, minimus, magnus,
Abductie Adductie
maximus - pectineus
- Sartorius - gracilis
Spieren: Spieren:
- TFL - sartorius
- glut medius, minimus - glut medius, maximus
Endorotatie Exorotatie
- obturotorius (piriformis),
- gemellus
- quadratus femoris
2
, 2. Tractie-translatie heup (toegevoegd oz)
indien |P| BFO probleem (nl bewbep. – hyperlaxiteit )
Heeft deze beperking een gewrichtsprobleem? joint play
Bv. bij coxartrose bewegingsbeperking in veel richtingen
Joint play onderzoek
|P| moet beperkt zijn
Tractie heup
Articulaire beperking
vergroot = instabiliteit
Tractie P met artrose tractie is pijn verminderend
verkleint = artrose
Uitvoering:
- P in ruglig
- T palpeer SIAS en leg vingers net caudaal
- leg gordel over P, T bukt en neemt de gordel (Niet gooien)
Tractie - Kliksysteem altijd 90° houden als vast
- Gordel moet best spannen (leg sponsje eronder)
- eerst aanspannen en dan proberen, als te los, los je de gordel
caudaal, lateraal, ventraal terug en span je eerst verder aan
(licht) specifiek:
= vanuit rustpositie = 30° flexie, beetje abd, beetje edo
- laat knie rusten op schouder
- ventrale component; schepbeweging richting eigen borstbeen
3. Goniometrie (zie basiskine 1 & 2)
Kan belangrijk zijn om de verbetering te zien na een reeks mobilisaties/oefeningen
Zal niet bevraagd worden op examen MSK2
4. Lengtetesting
Bewegingsproblemen
Zie handboek 1ste bachelor (OZ en behandeling van spierverkorting Stappaers en Staes)
Wél te kennen op examen!
5. Differentiële weerstandstesten
belangrijk voor heup (vele spieren voeren dezelfde bew uit)
bv iliopsoas – rectus femoris (klachten hetzelfde)
Heupflexie tegen |W| pijnlijk (kan geen onderscheid gemaakt worden
Andere beweging vinden die één van beide spieren niet doet
iliopsoas enkel heupflexie – RF ook knie extensie nog |W| knie extensie uitvoeren
bv TFL – Sartorius (oorsprong beide op SIAS)
|W| heupflexie beide pijnlijk |W| abductie beide pijnlijk
TFL doet endo Sartorius doet exo
|W| endo pijnlijk = TFL / |W| exo pijnlijk = sartorius
3
praktijk:
Heup
1. Basisonderzoek
Inspectie
Beenlengteverschil Asymmetrie
Atrofie Hypertrofie
Valgus/varus knie
Frontaal
Toeing -in (vergrote anteversiehoek)
meer endorotatie (=ROM)
Functieonderzoek
Actief Uitvoering
Quick test flexie, extensie, lateroflexie, rotatie uitvoeren
Actief functioneel als geen herkenbare klachten. Geen LRK voor pathologie
onderzoek (Heup altijd screenen op LRK!)
Uitvoering:
- Niet te testen been net los van de grond
- 2 vingers op tafel voor stabiliteit (NIET STEUNEN)
- Andere heup maximaal opheffen en 30 seconden aanhouden
Test van Trendelenburg Compensatie: overhangen naar de te testen zijde (C7 moet boven de te
testen heup blijven vallen)
Beoordeling: SIPS palperen om te voelen wat er juist gebeurt
(bv broek gelijk zetten met sips)
Positief: Patiënt zakt direct weg OF patiënt kan geen 30 sec in de positie
blijven
Passief
Uitvoering:
- bekken hoeft niet gefixeerd te worden
Bewegingsuitslag:
- 160° volledige bewegingsbaan
- enkel in heup: 110°-120°
Flexie Vanaf 90° beweegt bekken mee, waarom?
- Rek op spieren; hamstrings
- weerstand die heup biedt is meer dan de weerstand die rug biedt.
Eindgevoel: zacht
Trajectweerstand: !! let op voor teken van drehmann (coxartrose) je
kan niet meer in sagittale blijven
Abductie Beperkende factoren:
- rek op adductoren (differentiatie tussen uni en bi)
- bi-articulaire adductor = gracilis (uitschakelen = knieflexie)
uitvoering:
1
, - niet te testen been laten afhangen voor stabilisatie
compensatie:
- lateroflexie van de lage wervelzuil
Bewegingsuitslag: 45°
Bewegingsuitslag:
Endo 45° / Exo 60°-70°
totaal normaal 115°
Indien endorotatie groter is als exorotatie anteversiehoek
Endo/exo
eindgevoel:
endo: stevig – hard (coxartrose) / Exo: stevig
Uitvoering:
- fixatie sacrum (SI(=mm) gewricht wordt mee getest)
ROM, trajectweerstand en … niet beïnvloed
Extensie
pijn (pijn van extensie of pijn kanteling SI gewricht)
- fixatie tuber (= nauwkeuriger voor pijnbevraging)
Mobiliteit in buiklig kleiner = 30°
Endorotatie bilateraal Doordat de 90° heupflexie wegvalt zijn de kapsulaire structuren meer
opgespannen – Minder LPP
Weerstand
‘’ik ga u weerstand geven, jij moet proberen je been in deze positie te houden’’
= isometrisch (willen geen beweging) been daar houden
= Geen maximale kracht (explosief) kine kan rustig beginnen opbouwen
Spieren: Spieren:
- iliopsoas - Hamstrings
- rectus femoris - Glut max
- sartorius - Glut medius
- gluteus medius - Adductor magnus
Flexie - glut minimus Extensie
- TFL
- gracilis
- alle adductoren buiten add
magnus
Spieren: Spieren:
- TFL -Adductor brevis, longus,
- Glut medius, minimus, magnus,
Abductie Adductie
maximus - pectineus
- Sartorius - gracilis
Spieren: Spieren:
- TFL - sartorius
- glut medius, minimus - glut medius, maximus
Endorotatie Exorotatie
- obturotorius (piriformis),
- gemellus
- quadratus femoris
2
, 2. Tractie-translatie heup (toegevoegd oz)
indien |P| BFO probleem (nl bewbep. – hyperlaxiteit )
Heeft deze beperking een gewrichtsprobleem? joint play
Bv. bij coxartrose bewegingsbeperking in veel richtingen
Joint play onderzoek
|P| moet beperkt zijn
Tractie heup
Articulaire beperking
vergroot = instabiliteit
Tractie P met artrose tractie is pijn verminderend
verkleint = artrose
Uitvoering:
- P in ruglig
- T palpeer SIAS en leg vingers net caudaal
- leg gordel over P, T bukt en neemt de gordel (Niet gooien)
Tractie - Kliksysteem altijd 90° houden als vast
- Gordel moet best spannen (leg sponsje eronder)
- eerst aanspannen en dan proberen, als te los, los je de gordel
caudaal, lateraal, ventraal terug en span je eerst verder aan
(licht) specifiek:
= vanuit rustpositie = 30° flexie, beetje abd, beetje edo
- laat knie rusten op schouder
- ventrale component; schepbeweging richting eigen borstbeen
3. Goniometrie (zie basiskine 1 & 2)
Kan belangrijk zijn om de verbetering te zien na een reeks mobilisaties/oefeningen
Zal niet bevraagd worden op examen MSK2
4. Lengtetesting
Bewegingsproblemen
Zie handboek 1ste bachelor (OZ en behandeling van spierverkorting Stappaers en Staes)
Wél te kennen op examen!
5. Differentiële weerstandstesten
belangrijk voor heup (vele spieren voeren dezelfde bew uit)
bv iliopsoas – rectus femoris (klachten hetzelfde)
Heupflexie tegen |W| pijnlijk (kan geen onderscheid gemaakt worden
Andere beweging vinden die één van beide spieren niet doet
iliopsoas enkel heupflexie – RF ook knie extensie nog |W| knie extensie uitvoeren
bv TFL – Sartorius (oorsprong beide op SIAS)
|W| heupflexie beide pijnlijk |W| abductie beide pijnlijk
TFL doet endo Sartorius doet exo
|W| endo pijnlijk = TFL / |W| exo pijnlijk = sartorius
3