The relati on between auditors’ fees for nonaudit services and earnings management
1. What is the (management) problem?
Het probleem dat in dit artikel aangehaald wordt, zijn de zorgen over het effect
van verleende non-audit diensten op de geloofwaardigheid van de financiële
overzichten.
Dit is een probleem doordat het aanbieden van non-audit diensten kan leiden tot
een sterkere economic bonding met de cliënt. Naast dat het de
onafhankelijkheid van de auditor in wezen kan bellemeren, kan het ook de
onafhankelijkheid in schijn belemmeren. Wanneer investeerders twijfels hebben
over de onafhankelijkheid van de auditor daalt de geloofwaardigheid van de
financiële overzichten. Bovenstaand probleem is onderkend door de SEC en dit
heeft in november 2000 geleid tot de herziene onafhankelijkheidsregels voor
auditors.
2. From whose perspective is the (management) problem being studied?
Bij dit probleem zijn meerdere stakeholders betrokken, zoals de SEC,
investeerders, de auditor en het management van de onderneming. In dit artikel
wordt vanuit het perspectief van de investeerder gekeken. Dit maak ik met
name op uit hypothesen H2a en H2b. De reactie van investeerders op de
bekendmaking van de (non)audit fee speelt een belangrijke rol in dit onderzoek.
De twee hypothesen vullen elkaar in dit onderzoek aan. Bij de eerste hypothese
wordt gekeken of economic bonding inderdaad tot een lagere actual audit
quality leidt. Vervolgens wordt bij de tweede hypothese gekeken of
investeerders economic bonding zien als iets dat de geloofwaardigheid van
financiële overzichten schaadt (perceived audit quality).
3. what is the research question to adress the (management) problem?
In dit artikel worden twee subvragen onderzocht, namelijk of er een relatie is
tussen de audit fee en earnings management en of er een relatie is tussen de
marktreactie en de openbaarmaking van de audit fee. Hiermee wordt de
hoofvraag beantwoord of economic bonding/ onafhankelijkheid van de auditor
invloed heeft op de geloofwaardigheid/kwaliteit van de financiële overzichten.
Er wordt dus een ‘why’ vraag gesteld.
4. What is the conceptual model
Bij de onderzoeksvraag van vraag 3 is aan de hand van een literatuurstudie een
tweetal hypothesen geformuleerd.
H1a: The provision of nonaudit services to audit clients is not associated with
earnings management
H1b: The provision of audit services to audit clients is not associated with
earnings management
H2a: There is no share price reaction to the disclosure of nonaudit fees