Leerdoelen - Strafrecht
Week 1
Literatuur
Grondtrekken van het Nederlands strafrecht – H1, H2, H5, H6 (uitzondering: 6.3.4) en 7.3.1 t/m 7.3.3
Leerdoelen
Uitleggen wanneer iemand kan worden aangemerkt als verdachte
De rechten van de verdachte uitleggen
Het legaliteitsbeginsel toepassen
Het vierlagenmodel toepassen
De voorwaarden voor een strafbare poging en voorbereiding beschrijven
De verschillende deelnemingsvormen beschrijven
De hiervoor genoemde leerdoelen toepassen op een casus
Uitleggen wanneer iemand kan worden aangemerkt als verdachte
Art. 27 Sv – Redelijk vermoeden van schuld aan een strafbaar feit
Vereisten:
1. Redelijke vermoeden van schuld
2. Op grond van objectiveerbare feiten en omstandigheden
3. Aan een concreet strafbaar feit
Wanneer iemand als verdachte wordt aangemerkt mogen er dwangmiddelen worden ingezet tegen
de verdachte.
De rechten van de verdachte uitleggen
Recht van rechtsbijstand (art. 28 Sv)
Dit houdt in dat de verdachte recht heeft op een advocaat/raadsman. Er is een verschil tussen een
gekozen en een toegevoegde raadsman. Raadsman moet ongestoord contact kunnen hebben met
zijn client (art. 50 sv).
Zwijgrecht (art. 29 Sv)
Niet verplicht vragen te beantwoorden. Vloeit voort uit het nemo tenetur-beginsel. Dit betekent dat
de verdachte niet gedwongen mag worden mee te werken aan zijn eigen veroordeling. Om er zeker
van te zijn dat de verdachte dit recht heeft moet hiernaar worden gewezen. Deze mededeling
noemen wij de cautie.
Recht op inzage processtukken (art. 30 Sv)
Belangrijk zodat beide partijen gelijk aan het proces beginnen.
Beginsel onbeperkt maar kan in het kader van het onderzoek worden beperkt (art. 30 Sv). Na
uitreiking van de dagvaarding kan deze niet meer beperkt worden (art. 33 Sv).
, Het legaliteitsbeginsel toepassen
Geen feit is strafbaar dan uit kracht van een daaraan voorafgaande wettelijke strafbepaling
De wet moet duidelijk en helder zijn. Er is een verbod op terugwerkende kracht.
Het vierlagenmodel toepassen
1. Menselijke gedraging (of nalaten) MG
2. Delictsomschrijving DO Bestanddelen
3. Wederrechtelijkheid W Element
4. Schuld/verwijtbaarheid V Element
Wederrechtelijkheid is soms in de delictsomschrijving opgenomen. In zo’n geval spreken wij van een
drielagenmodel.
1. Menselijke gedraging (of nalaten) MG
2. Delictsomschrijving DO (inclusief W) Bestanddelen
3. Schuld/verwijtbaarheid V Element
Soms is zowel de wederrechtelijkheid als de schuld in de delictsomschrijving opgenomen. In zo’n
geval spreken wij van een tweelagenmodel. Dan zijn er geen elementen.
1. Menselijke gedraging (of nalaten) MG
2. Delictsomschrijving DO (inclusief W en V) Bestanddelen
Bestanddelen moeten worden bewezen. Elementen worden aanwezig verondersteld, tenzij….
Wanneer de verwijtbaarheid als bestanddeel in de delictsomschrijving staat beschreven dan schuift
de wederrechtelijkheid altijd mee. Verwijtbaarheid kan nooit zelfstandig als bestanddeel gebruikt
worden, terwijl de wederrechtelijkheid als element blijft.
De voorwaarden voor een strafbare poging en voorbereiding beschrijven
Strafbare poging art. 45 lid 1 Sr
Vereisten
- Misdrijf
- Voornemen van de dader
- Begin van uitvoering
Om te bepalen of er al een begin van uitvoering is kijken we naar het criterium was opgesteld is in de
jurisprudentie van het Cito-arrest, grenswisselkantoor arrest en arrest videodozen.
Wij maken onderscheid tussen twee soorten poging.
Absoluut ondeugdelijke poging Niet strafbaar
Dit is een poging die nooit het gewenste effect zal hebben.
Denk hierbij aan iemand die iemand wilt vergiftigen met iemand die niet giftig is of iemand wilt
doden met een waterpistool.
Relatief ondeugdelijke poging Strafbaar
Dit is een poging die normaal gesproken met de middelen of object die gebruikt worden wel
de gewenste voltooiing van het misdrijf zullen hebben maar door externe factoren niet het
gewenste effect heeft.
Denk hierbij aan iemand dood willen schieten maar het wapen gaat niet af, of je breekt een kluis
open maar er zit niks in.
Week 1
Literatuur
Grondtrekken van het Nederlands strafrecht – H1, H2, H5, H6 (uitzondering: 6.3.4) en 7.3.1 t/m 7.3.3
Leerdoelen
Uitleggen wanneer iemand kan worden aangemerkt als verdachte
De rechten van de verdachte uitleggen
Het legaliteitsbeginsel toepassen
Het vierlagenmodel toepassen
De voorwaarden voor een strafbare poging en voorbereiding beschrijven
De verschillende deelnemingsvormen beschrijven
De hiervoor genoemde leerdoelen toepassen op een casus
Uitleggen wanneer iemand kan worden aangemerkt als verdachte
Art. 27 Sv – Redelijk vermoeden van schuld aan een strafbaar feit
Vereisten:
1. Redelijke vermoeden van schuld
2. Op grond van objectiveerbare feiten en omstandigheden
3. Aan een concreet strafbaar feit
Wanneer iemand als verdachte wordt aangemerkt mogen er dwangmiddelen worden ingezet tegen
de verdachte.
De rechten van de verdachte uitleggen
Recht van rechtsbijstand (art. 28 Sv)
Dit houdt in dat de verdachte recht heeft op een advocaat/raadsman. Er is een verschil tussen een
gekozen en een toegevoegde raadsman. Raadsman moet ongestoord contact kunnen hebben met
zijn client (art. 50 sv).
Zwijgrecht (art. 29 Sv)
Niet verplicht vragen te beantwoorden. Vloeit voort uit het nemo tenetur-beginsel. Dit betekent dat
de verdachte niet gedwongen mag worden mee te werken aan zijn eigen veroordeling. Om er zeker
van te zijn dat de verdachte dit recht heeft moet hiernaar worden gewezen. Deze mededeling
noemen wij de cautie.
Recht op inzage processtukken (art. 30 Sv)
Belangrijk zodat beide partijen gelijk aan het proces beginnen.
Beginsel onbeperkt maar kan in het kader van het onderzoek worden beperkt (art. 30 Sv). Na
uitreiking van de dagvaarding kan deze niet meer beperkt worden (art. 33 Sv).
, Het legaliteitsbeginsel toepassen
Geen feit is strafbaar dan uit kracht van een daaraan voorafgaande wettelijke strafbepaling
De wet moet duidelijk en helder zijn. Er is een verbod op terugwerkende kracht.
Het vierlagenmodel toepassen
1. Menselijke gedraging (of nalaten) MG
2. Delictsomschrijving DO Bestanddelen
3. Wederrechtelijkheid W Element
4. Schuld/verwijtbaarheid V Element
Wederrechtelijkheid is soms in de delictsomschrijving opgenomen. In zo’n geval spreken wij van een
drielagenmodel.
1. Menselijke gedraging (of nalaten) MG
2. Delictsomschrijving DO (inclusief W) Bestanddelen
3. Schuld/verwijtbaarheid V Element
Soms is zowel de wederrechtelijkheid als de schuld in de delictsomschrijving opgenomen. In zo’n
geval spreken wij van een tweelagenmodel. Dan zijn er geen elementen.
1. Menselijke gedraging (of nalaten) MG
2. Delictsomschrijving DO (inclusief W en V) Bestanddelen
Bestanddelen moeten worden bewezen. Elementen worden aanwezig verondersteld, tenzij….
Wanneer de verwijtbaarheid als bestanddeel in de delictsomschrijving staat beschreven dan schuift
de wederrechtelijkheid altijd mee. Verwijtbaarheid kan nooit zelfstandig als bestanddeel gebruikt
worden, terwijl de wederrechtelijkheid als element blijft.
De voorwaarden voor een strafbare poging en voorbereiding beschrijven
Strafbare poging art. 45 lid 1 Sr
Vereisten
- Misdrijf
- Voornemen van de dader
- Begin van uitvoering
Om te bepalen of er al een begin van uitvoering is kijken we naar het criterium was opgesteld is in de
jurisprudentie van het Cito-arrest, grenswisselkantoor arrest en arrest videodozen.
Wij maken onderscheid tussen twee soorten poging.
Absoluut ondeugdelijke poging Niet strafbaar
Dit is een poging die nooit het gewenste effect zal hebben.
Denk hierbij aan iemand die iemand wilt vergiftigen met iemand die niet giftig is of iemand wilt
doden met een waterpistool.
Relatief ondeugdelijke poging Strafbaar
Dit is een poging die normaal gesproken met de middelen of object die gebruikt worden wel
de gewenste voltooiing van het misdrijf zullen hebben maar door externe factoren niet het
gewenste effect heeft.
Denk hierbij aan iemand dood willen schieten maar het wapen gaat niet af, of je breekt een kluis
open maar er zit niks in.