,HOOFDSTUK 1: OVER DE RECHTSPSYCHOLOGIE
Inleiding
Rechtspsychologen zien voor hun vakgebied twee taken weggelegd: de studie van het recht
als een gedragstechnologie en de studie van gedrag dat onder invloed van recht staat of zou
moeten staan. De psychologie houdt zich bezig met mensenwerk, dat wil zeggen hoe mensen
zich gedragen en welke invloeden zij daarbij ondergaan, maar ook hoe mensen vinden dat
anderen zich moeten gedragen. Zowel de rechtspsychologie als de rechtswetenschap zijn
geneigd te spreken in termen van individueel gedrag en over concrete zaken. Een verschil is
dat de rechtswetenschap normatief is ingesteld: wat hoort en wat hoort niet? De psychologie
houdt zich primair bezig met descriptie van gedrag.
Een kleine geschiedenis
De grondlegger van de rechtspsychologie is William Stern. Stern wilde algemene principes
die het menselijke herinneringsvermogen sturen toepassen op getuigenverklaringen. Hij
noemde dit de Aussagepsychologie, ook wel psychology of testimony. Uiteindelijk heeft de
psycholoog als getuige-deskundige een vaste rol toegewezen gekregen in de Duitse
rechtspraak. Hugo Münsterberg wierp zich in de Verenigde Staten op voor psychology and
law. Zijn formuleringen waren echter erg onhandig en daardoor werd het meer een
psychology against law.
In Nederland
In de zomer van 1909 begon de rechtspsychologie in Nederland. Van der Aa toonde met een
toneelstukje in de collegezaal de feilbaarheid van getuigen aan. In 1977 begon het onderzoek
van rechterlijke beslissingen. Rechters, politie en het OM lijden vaak een tunnelvisie in het
vergaren, selecteren en wegen van bewijs. Rechtspsychologen doen onderzoek, geven les in
hun specialisme aan de universiteit, treden op als getuige-deskundigen en dragen bij aan de
opleiding en nascholing van advocaten en rechters.
Verschillende disciplines
Het onderscheid tussen de rechtspsychologie en de forensische psychologie is voor een deel
historisch bepaald. Voor een ander deel betreft het een vrij fundamenteel onderscheid dat te
maken heeft met de subdisciplinaire achtergrond. De rechtspsychologie heeft haar wortels in
de psychologische functieleer (waarnemen, herinneren en beslissen) en de forensische
psychologie gaat over afwijkend gedrag van individuen. De rechtspsychologie is algemener
en empirischer.
Toepassing: enkele voorbeelden
, De Theorie van Verhaal en Verankering houdt in dat scenario’s essentieel zijn om feiten te
interpreteren. Er zijn concurrerende scenario’s nodig om de feiten te kunnen interpreteren. Bij
recherchewerk worden er scenario’s opgesteld van wat er gebeurd zou kunnen zijn. Het meest
aannemelijke scenario wint. Wanneer er onvoldoende oog is voor alternatieve scenario’s
spreken we van tunnelvisie. Een tweede voorbeeld is dat de recherche, aangekomen op het
plaats delict, zich een verhaal van het misdrijf probeert te vormen met behulp van
verklaringen van getuigen en ter plekke aangetroffen fysieke sporen. Hierdoor kan er
vastgesteld worden welk delict er is gepleegd en wie de dader is. Ook wordt er vaak een
reconstructie gemaakt. Dit kan een profiel van de dader opleveren, ook wel offender profiling
genoemd. Een derde voorbeeld is de kwaliteit van herinneringen van getuigen. Er is
onderzoek dat gericht is op het verbeteren van getuigenverklaringen en onderzoek dat gericht
is op het waarderen van getuigenverklaringen.