Hoofdstuk 3: Media: van vrijheid tot censuur
3.1 Media in een democratische samenleving
Democratie→ vrije meningsuiting belangrijk
Het recht op vrijheid van meningsuiting is een voorwaarde voor een democratische
samenleving.
Door vrije meningsuiting kan onrecht aan het licht gebracht worden en krijgt iedereen de
mogelijkheid zich kritisch te mengen in politieke discussies.
Recht op vrijheid van meningsuiting werd opgenomen in de Universele Verklaring van de
Rechten van de Mens.
A Persvrijheid
Vrije meningsuiting ≠ persvrijheid
Wordt beschouwd als individueel mensenrecht
Recht op de vrije verspreiding v die mening door journalisten
Persvrijheid + vrije meningsuiting opgenomen in nationale en internationale wetten.
B Journalistiek deontologie
Beroepen→ deontologie of plichtenleer
= moreel besef en de wil om eigen beroep en klant eervol te behandelen.
Journalisten→ hanteren een deontologische code.
Beroepsethiek (= deontologie) van journalisten neergeschreven in verschillende teksten.
→ Code van de Raad voor de Journalistiek:
1. Waarheidsgetrouw te berichten.
2. Onafhankelijk informatie te garen en te verstrekken.
3. Fair op te treden.
4. Respect betonen voor het privéleven en de menselijke waardigheid.
C Recht van antwoord en rectificatie
Recht van antwoord is een subjectief burgerlijk recht.
Wie vindt dat de media onrecht hem onrecht heeft aangedaan, kan op die manier zijn versie
van de feiten geven.
3.1 Media in een democratische samenleving
Democratie→ vrije meningsuiting belangrijk
Het recht op vrijheid van meningsuiting is een voorwaarde voor een democratische
samenleving.
Door vrije meningsuiting kan onrecht aan het licht gebracht worden en krijgt iedereen de
mogelijkheid zich kritisch te mengen in politieke discussies.
Recht op vrijheid van meningsuiting werd opgenomen in de Universele Verklaring van de
Rechten van de Mens.
A Persvrijheid
Vrije meningsuiting ≠ persvrijheid
Wordt beschouwd als individueel mensenrecht
Recht op de vrije verspreiding v die mening door journalisten
Persvrijheid + vrije meningsuiting opgenomen in nationale en internationale wetten.
B Journalistiek deontologie
Beroepen→ deontologie of plichtenleer
= moreel besef en de wil om eigen beroep en klant eervol te behandelen.
Journalisten→ hanteren een deontologische code.
Beroepsethiek (= deontologie) van journalisten neergeschreven in verschillende teksten.
→ Code van de Raad voor de Journalistiek:
1. Waarheidsgetrouw te berichten.
2. Onafhankelijk informatie te garen en te verstrekken.
3. Fair op te treden.
4. Respect betonen voor het privéleven en de menselijke waardigheid.
C Recht van antwoord en rectificatie
Recht van antwoord is een subjectief burgerlijk recht.
Wie vindt dat de media onrecht hem onrecht heeft aangedaan, kan op die manier zijn versie
van de feiten geven.