Algemene inzichten
• Een medische handeling door de arts toevertrouwd
• Arts stelt een therapie voor→ VPK = verantwoordelijk voor de juiste toediening
• Riskante handeling→ onzorgvuldige toediening→ beschadiging van bloedvaten,
zenuwen of weke delen
• VPK attitudes:
Nauwkeurig en stipt zijn
✓ Opzoeken, controleren van geneesmiddel en dosis
✓ Nauwkeurig zijn in handelen
→ steriliteit waarborgen+ bepalen inspuitplaats
Zorgend aanwezig zijn
✓ Rekening houden en aandacht hebben voor het comfort van de
patiënt
Begrip vol zijn
Zelfzeker zijn door bekwaamheid
Geduld, kalm zijn
Respect hebben voor de privacy
Observatievermogen
Bepaling
• Inspuitingen= het parentaal toedienen van vloeistoffen (geneesmiddelen)
• Door middel van een steriele spuit en holle naald
Doelen
• Therapeutisch doel (therapie):
Preventief (vb. vaccin)
Genezend (vb. antibioticum)
Verdovend
Pijnstillend
• Diagnostisch doel (diagnose stellen):
Allergietesten
Contrastvloeistof inbrengen (vb. CT-scan)
Preventie (vb. tuberculinetest)
Aanwijzingen om een geneesmiddel parentaal in te dienen
• Bekomen van snellere resorptie en werking (vb. bloedbaan)
• Bekomen van lokale inwerking (vb. gewricht)
• Geneesmiddelen die niet oraal kunnen toegediend worden
→ worden geneutraliseerd en vernietigd door maagsappen
, • Geneesmiddelen toedienen die het maagslijmvlies zouden aantasten OF zeer
prikkelend & toxisch zijn
• Patiënten die geneesmiddelen niet kunnen innemen oraal wegens
maagdarmaandoeningen, algemene toestand & comateuze toestand
• Patiënt die nuchter moet blijven
Soorten inspuitingen
Toedieningswijze afhankelijk van:
1. Gewenste uitwerking
2. Hoeveelheid
3. Samenstelling van het product
4. Algemene toestand van de patiënt
I.V. (intra-veneuze inspuiting)→ in de ader
• Via intraveneuze naald OF katheter
• Waarom?
Vlugge en onmiddellijke uitwerking krijgen
Kunnen grote hoeveelheden worden toegediend
I.A. (intra-arteriële inspuiting)→ in de slagader
• Inspuiting van contraststoffen om diagnose te stellen
• Radiologisch visualiseren van bepaalde bloedvoorzieningen
I.C (intracardiale inspuiting)→ in de hartspier
• Rechtstreeks
I.O. (intra-osseuze inspuiting)→ in het beenweefsel
• Praktische toepassing = botboor→urgente settings (vb. reanimatie)
• Plaatsen van holle naald (door middel van botboor) in het proximaal gedeelte van
de tibia
I.A. ( intra- articulaire inspuiting)→ in het gewricht
• Geneesmiddelen met een anti inflammatoire werking (onstekingsremmend)
• VB. reuma
Intra-peritoneale inspuiting→ in het buikvlies/ peritoneum
• VB. cystostatica bij chemotherapie