Book Title:
Author(s):
Some examples from this set of practice questions
1.
Kenmerken van de occipito-axiale bewegingseenheid zijn – de biconvexe vorm van de atlanto-occipitale gewrichten – de marginale lateraalflexie bewegingsmogelijkheid van het atlanto-axiale gewrichten en – de ligamentaire verbondenheid van het occiput met de axis
Answer: Onjuist
2.
Tijdens anteflecteren in de hoog-cervicale wervelkolom ontstaat een caudale hoekopening tussen de achterzijde van de voorste atlasboog en de dens axis.
Answer: Onjuist
3.
Tijdens anteflecteren in de bewegingseenheid C0-C3 maakt de wervel C2 op de wervel C3 artrokinematisch een rol-schuif beweging
Answer: Onjuist
4.
De atlas rolt tijdens het anteflecteren in de hoog-cervicale bewegingseenheid naar ventraal op de axis
Answer: Juist
5.
De intervertebrale gewrichtsvlakken van de bewegingseenheid C1-C2 zijn biconvex.
Answer: Juist
Some examples from this set of practice questions
1.
Op het voorhoofd gelokaliseerde referred pain is te duiden als cervicaal gerelateerd
Answer: Juist
2.
Aangezichtspijn is een vorm van cervicaal gerelateerde hoofdpijn.
Answer: Onjuist
3.
Nocisensorische zenuwvezels uit de mond- en keelholte en nocisensorische zenuwvezels van de cervicale spinale zenuwen C2 en C3 convergeren in het cervicale ruggenmerg
Answer: Juist
4.
Nocisensorische zenuwvezels die via de n. trigeminus de hersenstam bereiken, eindigen niet lager in het cervicale ruggenmerg dan het ruggenmergsegment C2
Answer: Juist
5.
Het gebied waarin referred pain kan worden gevoeld door prikkeling van nocisensoren binnen het segment C2 wordt veroorzaakt, is groter dan het dermatoom C2
Answer: Juist
Some examples from this set of practice questions
1.
Het vertebrobasilaire vaatsysteem heeft meestal een in kaliber dominerende arteria vertebralis.
Answer: Juist
2.
Iedere cervicale spinale wortel wordt begeleid door een eigen arteria
Answer: Juist
3.
Iedere cervicale arteria radicularis is een 'medullary feeder'
Answer: Onjuist
4.
De arteria vertebralis kan vrij in het foramen transversarium bewegen
Answer: Onjuist
5.
Retroflecteren van de halswervelkolom doet het longitudinale vaatsysteem van het cervicale ruggenmerg uitstrekken
Answer: Onjuist
Some examples from this set of practice questions
1.
Bij cervicale discogene radiculopathieen wordt de neuropatische pijn geprovoceerd door retroflecteren van het hoofd gecombineerd met roteren naar de zijde van de pijnlijk arm
Answer: Juist
2.
De neurologische uitvalsverschijnselen in het kader van een cervicale radiculopathie zijn segmentaal geordend
Answer: Juist
3.
Versmalling van het foramen intervertebrale door uncovertebrale artrose en discusdegeneratie van het bewegingssegment C5-C6 kan leiden tot een radiculopathie C6
Answer: Juist
4.
Een van de symptomen van een radiculopathie C6 is hypoaesthesie van de duim
Answer: Juist
5.
Onderstaande symptomen behoren tot het patroon van de klinische manifestatie van een radiculopathie C6 – afgenomen reflexactiviteit van de musculus biceps brachii – krachtsvermindering van de musculus brachialis – paraesthesieen in de duimtop.
Answer: Juist
Some examples from this set of practice questions
1.
Kenmerkend voor cervicogene hoofdpijn is het wisselen van de hoofdhelft waarin de pijn wordt gevoeld
Answer: Onjuist
2.
Hoofdpijn met onverklaarbare heesheid is een rode vlag
Answer: Juist
3.
Tension-type headache kenmerkt zich door enkelzijdige hoofdpijn.
Answer: Onjuist
4.
Tension-type headache kenmerkt zich door het gevoel van een strakke band om het hoofd
Answer: Juist
5.
Cervicogene hoofdpijn komt aanzienlijk meer voor bij mannen dan bij vrouwen
Answer: Onjuist
Some examples from this set of practice questions
1.
Cervicobrachiale syndromen kenmerken zich door tekens van radiculaire betrokkenheid
Answer: Onjuist
2.
Kenmerkend voor een cervicale derangement syndroom is de mechanische beïnvloedbaarheid van de pijn
Answer: Juist
3.
Een cervicaal derangement syndroom kenmerkt zich door bilaterale pijn.
Answer: Onjuist
4.
De term derangement syndroom duidt op een medische beschouwing van het probleem
Answer: Onjuist
5.
Een 'passieve leefstijl' is een kenmerkend element van een postduraal syndroom
Answer: Juist
Some examples from this set of practice questions
1.
In het kader van 'pijn met een duidelijke aanwijsbare oorzaak' heeft in de moderne concepten over pijn de term 'signaal' een beperkt geldigheid
Answer: Juist
2.
In het kader van 'pijn zonder duidelijk aanwijsbare oorzaak' heeft in de moderne concepten over pijn de term 'gevoel' een zekere geldigheid
Answer: Juist
3.
Fysiotherapeuten behoren zich door de clienten met klachten over pijn uitgedaagd te voelen tot het bieden van hulp bij het tot besef brengen van welke waarden niet door de betrokken cliënt worden verwerkelijkt
Answer: Juist
4.
Mensen met klachten over pijn realiseren zich veelal niet dat hun klachten geworteld zijn in waarde die in hun verwachting niet kunnen worden gerealiseerd
Answer: Juist
5.
Pijn voel leidt tot pijn lijden
Answer: Onjuist
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller Lo0ntje. Stuvia facilitates payment to the seller.
No, you only buy these notes for $3.29. You're not tied to anything after your purchase.
4.6 stars on Google & Trustpilot (+1000 reviews)
98390 documents were sold in the last 30 days
Founded in 2010, the go-to place to buy study notes for 14 years now
