Inhoudsopgave
Hoofdstuk 1................................................................................................................................................... 1
Hoofdstuk 2................................................................................................................................................... 4
Hoofdstuk 3................................................................................................................................................... 5
Hoofdstuk 4................................................................................................................................................... 6
Hoofdstuk 6................................................................................................................................................... 8
Hoofdstuk 7................................................................................................................................................... 8
Hoofdstuk 8................................................................................................................................................... 8
Hoofdstuk 10............................................................................................................................................... 12
Hoofdstuk 11............................................................................................................................................... 13
Hoofdstuk 12............................................................................................................................................... 15
Hoofdstuk 15............................................................................................................................................... 18
Hoofdstuk 1
,Afbeelding 1
Kennisvraag: Vraag waarbij de antwoorden kennis opleveren over een onderwerp
(fundamenteel onderzoek).
Praktijkvraag: Vraag waarbij de antwoorden leiden tot het oplossen van een
praktijkprobleem (praktijkgericht onderzoek).
Kwalitatief onderzoek: onderzoek met behulp van niet-cijfermatige gegevens.
Kwantitatief onderzoek: onderzoek met behulp van cijfermatige gegevens.
Tabel 1
Triangulatie: Probleemstelling aanpakken met meerdere onderzoeksmethoden.
Mixed Method benadering: Onderzoek waarbij kwalitatieve en kwantitatieve methoden
worden ingezet.
Inductief onderzoek: Theorie-ontwikkelend onderzoek.
Deductief onderzoek: Theorie-toetsend onderzoek.
Kenmerken van een kritische onderzoeker:
o Houding: deze houding moet onafhankelijk zijn (objectief) ook streef je naar
openheid van je onderzoek.
o Kennis: hier gaat het om kennis van methoden.
o Vaardigheid: Deze ontwikkel je door met het doen van onderzoek bezig te zijn.
Verschillende kwaliteitscriteria voor uitvoeren en interpreteren van onderzoek:
2
, o Betrouwbaarheid: betrouwbaarheid van onderzoek is de mate waarin onderzoek vrij
is van toevallige fouten. Onderzoek dat een andere onderzoeker op dezelfde manier
uitvoert, moet tot vergelijkbare resultaten leiden.
o Toetsbaarheid van uitspraken: een onderwerp, vraag of uitspraak moet toetsbaar
zijn, het mag niet subjectief of speculatief zijn. De bedoeling van (kwantitatief)
onderzoek is juist om uitspraken te doen die getoetst kunnen worden. Onderzoekers
moeten jouw onderzoek kunnen bevestigen of weerleggen met goed onderzoek. Ook
moet het onderzoek openbaar zijn, zo wordt een onderzoek repliceerbaar. De
herhaalbaarheid is een belangrijke voorwaarde om de betrouwbaarheid te kunnen
onderzoeken.
o Informativiteit: het informatiegehalte van jouw uitspraken moet maximaal zijn. Het is
vooral van toepassing op kwantitatief onderzoek, maar steeds vaker zie je het ook bij
kwalitatief onderzoek opduiken.
o (interne- en begrips)validiteit: Validiteit hangt samen met de geldigheid en de
zuiverheid van onderzoeksresultaten. Als je de juiste conclusies kunt trekken, heet
het onderzoek internvalide. Bij begripsvaliditeit meet je wat je wilt meten.
o Externe validiteit: bij externe validiteit zijn grofweg twee soorten denkbaar:
Bij statische generalisatie toetst de onderzoeker door middel van statistische
testen (kwantitatief) of een bepaald resultaat generaliseerbaar is.
Bij kwalitatief onderzoek streven onderzoekers vaker naar inhoudelijke
generalisatie. Dat is vergelijkbaarheid van de resultaten in soortgelijke
situaties.
Er zijn ook praktische criteria die voor iedere vorm van onderzoek gelden.
o Efficiëntie: alle kosten in verhouding tot de resultaten moeten staan en dat het
tijdpad haalbaar is.
o Uitvoerbaarheid: je moet over voldoende onderzoekers beschikken, je steekproef
kunnen benaderen, gegevens kunnen verzamelen en analyseren en op tijd kunnen
rapporteren.
o Bruikbaarheid: de mate waarin een onderzoek praktisch relevant moet zijn.
Afbeelding 2
3