VAN ISLAMITISCH
WEST-AZIË (600-1800)
Jo Van Steenbergen & Daniel E. Mahoney
,1. WEST-AZIË IN LAAT
TIJD (500-600)
,RIJKS- & IDENTITEITSVORMIN
̶ Interpretatief kader o.b.v. Max Weber
Drie ‘ideaaltypes’ van legitieme heerschappij (aanvaarding):
1. Legale autoriteit;
• Gezag gelegitimeerd o.b.v. wetgevend kader
• Rationele gezagsvorm vereenzelvigd met moderne rechtsstaten
2. Charismatische autoriteit;
• Gezag gelegitimeerd o.b.v. bijzondere kwaliteiten of aantrekkingskracht van individu
VB: Profeet Muhammad
3. Traditionele autoriteit
• Gezag gelegitimeerd o.b.v. traditie & gewoonte (erfgoed)
• Patriarchalisme organiseert macht d.m.v. aanverwantschap binnen familiestructuur (
• Patrimonialisme zet patriarchalisme & familiale relaties centraal omringd door admin
organisatievormen (bureacratisering)
• Historisch proces of verschuiving waar te nemen:
“The key to understanding the traditional processes of leadership rests in the fundamental
relations that bind ruler and ruled. These were shaped in the patriarchal environment and
hardened and routinized in the patrimonial system.”
, LAATANTIEKE TIJD & ISLAMITI
̶ Laatantieke wereld
Overgang tussen antieke periode & middeleeuwen
Duidelijke continuïteit met Klassieke Oudheid
• Blijvend bestaan van grote rijken (nl. Romeinse/Byzantijnse Rijk, Perzische/Sassanie
• Ontstaan van monotheïsme (nl. Christendom, Jodendom, Zoroastrisme, Islam)
• Monotheïsme zowel culturele als politieke identiteit door politieke ideologieën waarop
zijn (Keizer of Shah als vertegenwoordiger van God)
• Competitie tussen rijken dus onmogelijk te vermijden
Byzantijnse Rijk
Sassaniedische Rijk
Grote veranderingen tijdens 500
Politieke veranderingen:
• Enkele succesvolle centralisatieprojecten in beide rijken
• Macht naar centrum ten nadele van autonome elites in periferie
Socio-economische veranderingen:
• Uitbraak van pestepidemie ontvolkte hele gebieden (demografie)
• Militaire confrontaties (monotheïsme)