Tamara (student)
DYSARTRIE
Samenvatting
1
,Inhoud
Leerdoelen..............................................................................................................................................3
Hoofdstuk 6 Dysartrie (Manders, 2016).................................................................................................4
6.1 Definitie en omschrijving..............................................................................................................4
6.2 Classificatie naar lokalisatie, oorzaak en volgens de perceptuele analyse....................................4
1. Slappe dysartrie (bulbaire dysartrie)...........................................................................................6
2. Spastische (pseudo bulbaire) dyspraxie......................................................................................7
3. Atactische (cerebellaire) dyspraxie.............................................................................................7
4. Hypokinetische dysartrie............................................................................................................8
5. Hyperkinetische dysartrie...........................................................................................................8
6. Gemengde dysartrie...................................................................................................................9
6.3 Onderzoek van dysartrie...............................................................................................................9
6.4 Prognose.....................................................................................................................................11
6.5 Therapie......................................................................................................................................12
6.5.1 Doelstellingen van de behandeling......................................................................................12
6.5.2 Factoren van invloed op therapiebeslissingen.....................................................................12
6.5.3 Focus, duur, einde van de therapie......................................................................................12
6.5.4 Therapeutische benaderingen bij dysartrie.........................................................................13
6.5.5 Principes en richtlijnen voor gedragsbeïnvloeding..............................................................14
6.5.6 Op de spreker georiënteerde methoden.............................................................................15
6.5.7 Op de communicatiegeoriënteerde benaderingen..............................................................18
2
, Leerdoelen
Leerdoel/toetsterm Hoofdstuk/paragraaf
1 De student herkent verschillende soorten dysartrie aan de hand Manders (2016):
van bijbehorende symptomen in casuïstiek. Hoofdstuk 6.1 t/m 6.5
1. De student noemt kenmerken van verschillende types dysartrie.
1
1. De student noemt kenmerken van cerebrale parese en
2 bijbehorende spraakklachten
1. De student koppelt de hersenzenuwen aan dysartrische klachten.
3
1. De student legt verschillen uit tussen slappe, spastische,
4 hyperkinetische, hypokinetische en gemengde dysartrie bij
kinderen en volwassenen.
2 De student is bekend met verschillende interventie- en Manders (2016):
coachingsmogelijkheden voor dysartriepatiënten. Hoofdstuk 6.5
2. De student noemt voor-en nadelen van verschillende
1 interventiemogelijkheden.
2. De student karakteriseert welke dysartriepatiënten baat hebben
2 bij groepsbehandelingen.
2. De student presenteert een advies voor het implementeren van
3 groepsbehandelingen bij dysartriepatiënten.
2. De student licht toe wanneer coaching ingezet kan worden
4 gedurende het behandelen van dysartriepatiënten.
3 De student voert (een deel van het) NDO-V uit en stelt een Manders (2016):
logopedische diagnose op basis van ICF bij een (fictieve) cliënt met Hoofdstuk 6.1 t/m 6.5
dysartrie.
3. De student demonstreert (een onderdeel van) het NDO-V bij een
1 fictieve cliënt.
3. De student beredeneert aan de hand van onderzoeksgegevens
2 van het NDO-V welk type dysartrie een cliënt heeft.
3. De student stelt een logopedische diagnose aan de hand van ICF-
3 principes passend bij de casus.
4 De student stelt een behandelplan op voor een (fictieve) cliënt Manders (2016):
met dysartrie, voert de behandeling in simulatie uit en stelt na Hoofdstuk 6.5
evaluatie het behandelplan bij.
4. De student beredeneert welke globale doelen passend zijn bij een
1 cliënt met dysartrie.
4. De student beredeneert welke interventies in een specifiek
2 behandelplan passend zijn bij een cliënt met dysartrie.
4. De student demonstreert (een deel van) een dysartriebehandeling
3 bij een fictieve cliënt.
4. De student reflecteert op de uitgevoerde behandeling en geeft
4 aan welke vervolgstappen passend zijn bij de casus.
5 De student beredeneert op basis van literatuur welke keuzes Manders (2016):
tijdens het verlenen van logopedische zorg gemaakt worden. Hoofdstuk 6.5
6 De student demonstreert eigen communicatieve vaardigheden in Manders (2016):
simulatie tijdens het behandelen van een cliënt met dysartrie. Hoofdstuk 6.5
7 De student legt cliëntgegevens systematisch vast in een digitaal Manders (2016):
cliëntendossier. Hoofdstuk 6.1 t/m 6.4
3
DYSARTRIE
Samenvatting
1
,Inhoud
Leerdoelen..............................................................................................................................................3
Hoofdstuk 6 Dysartrie (Manders, 2016).................................................................................................4
6.1 Definitie en omschrijving..............................................................................................................4
6.2 Classificatie naar lokalisatie, oorzaak en volgens de perceptuele analyse....................................4
1. Slappe dysartrie (bulbaire dysartrie)...........................................................................................6
2. Spastische (pseudo bulbaire) dyspraxie......................................................................................7
3. Atactische (cerebellaire) dyspraxie.............................................................................................7
4. Hypokinetische dysartrie............................................................................................................8
5. Hyperkinetische dysartrie...........................................................................................................8
6. Gemengde dysartrie...................................................................................................................9
6.3 Onderzoek van dysartrie...............................................................................................................9
6.4 Prognose.....................................................................................................................................11
6.5 Therapie......................................................................................................................................12
6.5.1 Doelstellingen van de behandeling......................................................................................12
6.5.2 Factoren van invloed op therapiebeslissingen.....................................................................12
6.5.3 Focus, duur, einde van de therapie......................................................................................12
6.5.4 Therapeutische benaderingen bij dysartrie.........................................................................13
6.5.5 Principes en richtlijnen voor gedragsbeïnvloeding..............................................................14
6.5.6 Op de spreker georiënteerde methoden.............................................................................15
6.5.7 Op de communicatiegeoriënteerde benaderingen..............................................................18
2
, Leerdoelen
Leerdoel/toetsterm Hoofdstuk/paragraaf
1 De student herkent verschillende soorten dysartrie aan de hand Manders (2016):
van bijbehorende symptomen in casuïstiek. Hoofdstuk 6.1 t/m 6.5
1. De student noemt kenmerken van verschillende types dysartrie.
1
1. De student noemt kenmerken van cerebrale parese en
2 bijbehorende spraakklachten
1. De student koppelt de hersenzenuwen aan dysartrische klachten.
3
1. De student legt verschillen uit tussen slappe, spastische,
4 hyperkinetische, hypokinetische en gemengde dysartrie bij
kinderen en volwassenen.
2 De student is bekend met verschillende interventie- en Manders (2016):
coachingsmogelijkheden voor dysartriepatiënten. Hoofdstuk 6.5
2. De student noemt voor-en nadelen van verschillende
1 interventiemogelijkheden.
2. De student karakteriseert welke dysartriepatiënten baat hebben
2 bij groepsbehandelingen.
2. De student presenteert een advies voor het implementeren van
3 groepsbehandelingen bij dysartriepatiënten.
2. De student licht toe wanneer coaching ingezet kan worden
4 gedurende het behandelen van dysartriepatiënten.
3 De student voert (een deel van het) NDO-V uit en stelt een Manders (2016):
logopedische diagnose op basis van ICF bij een (fictieve) cliënt met Hoofdstuk 6.1 t/m 6.5
dysartrie.
3. De student demonstreert (een onderdeel van) het NDO-V bij een
1 fictieve cliënt.
3. De student beredeneert aan de hand van onderzoeksgegevens
2 van het NDO-V welk type dysartrie een cliënt heeft.
3. De student stelt een logopedische diagnose aan de hand van ICF-
3 principes passend bij de casus.
4 De student stelt een behandelplan op voor een (fictieve) cliënt Manders (2016):
met dysartrie, voert de behandeling in simulatie uit en stelt na Hoofdstuk 6.5
evaluatie het behandelplan bij.
4. De student beredeneert welke globale doelen passend zijn bij een
1 cliënt met dysartrie.
4. De student beredeneert welke interventies in een specifiek
2 behandelplan passend zijn bij een cliënt met dysartrie.
4. De student demonstreert (een deel van) een dysartriebehandeling
3 bij een fictieve cliënt.
4. De student reflecteert op de uitgevoerde behandeling en geeft
4 aan welke vervolgstappen passend zijn bij de casus.
5 De student beredeneert op basis van literatuur welke keuzes Manders (2016):
tijdens het verlenen van logopedische zorg gemaakt worden. Hoofdstuk 6.5
6 De student demonstreert eigen communicatieve vaardigheden in Manders (2016):
simulatie tijdens het behandelen van een cliënt met dysartrie. Hoofdstuk 6.5
7 De student legt cliëntgegevens systematisch vast in een digitaal Manders (2016):
cliëntendossier. Hoofdstuk 6.1 t/m 6.4
3