Biologie samenvatting hormonen
Leerdoelen:
1. de reactie van het doelorgaan op een specifiek hormoon afleiden
2. de werking van de regelkringen in het hormoonstelsel voorspellen
3. de werking van hormoonklieren en hormonen beschrijven
4. het belang van het hormoonstelsel voor de homeostase beschrijven
5. het ontstaan van een verstoring in de hormoonbalans uitleggen en de reactie daarop
beargumenteren
6. relaties tussen het hormoonstelsel en andere orgaanstelsels toelichten
Hormonen ~ gemaakt in hormoonklieren
Hormonen worden afgegeven aan het bloed endocrien (=van binnenuit)
Buitenaf : Bv zweetklieren en talgklieren
Exocrien (= van buitenaf)
Hormonen beïnvloeden processen in verschillende weefsels organen tegelijkertijd.
Elk hormoon heeft minstens één doelwitorgaan (of doelwitweefsel) dat gevoelig is
voor het hormoon
De cellen hierin hebben een
Receptor die aan het hormoon
Hecht waardoor hij invloed kan
Uitoefenen op de celstofwisseling
Hormonen
Steroïde ~ Steroïde hormonen zijn chemisch Peptiden ~ (poly)peptiden, soms
Verwant van cholesterol dus (omgebouwde) aminozuren
Bv geslachtshormoon (aminozuurderivaten)
Hydrofoob - Hydrofiel
- bv Insuline, schildklierhormonen
, Steroïde hormoon
Hydrofoob (=lossen niet op in water)
Gaan eenvoudig door celmembraan van doelwitorgaan heen
Fosfolipiden ~ hydrofoob
Binden in cytoplasma aan een eiwitmolecuul is receptor
voor hormoon
Hormoon-receptor-complex dringt door de kern naar het DNA
Complex gaat een aantal bindingen met het DNA aan
Kunnen genexpressie stimuleren/ remmen
Leidt tot aanmaak bepaalde eiwitten bv enzymen beïnvloeden
stofwisselingsproces
Zo stuurt hormoon-receptor-complex de activiteiten van de cel
Leerdoelen:
1. de reactie van het doelorgaan op een specifiek hormoon afleiden
2. de werking van de regelkringen in het hormoonstelsel voorspellen
3. de werking van hormoonklieren en hormonen beschrijven
4. het belang van het hormoonstelsel voor de homeostase beschrijven
5. het ontstaan van een verstoring in de hormoonbalans uitleggen en de reactie daarop
beargumenteren
6. relaties tussen het hormoonstelsel en andere orgaanstelsels toelichten
Hormonen ~ gemaakt in hormoonklieren
Hormonen worden afgegeven aan het bloed endocrien (=van binnenuit)
Buitenaf : Bv zweetklieren en talgklieren
Exocrien (= van buitenaf)
Hormonen beïnvloeden processen in verschillende weefsels organen tegelijkertijd.
Elk hormoon heeft minstens één doelwitorgaan (of doelwitweefsel) dat gevoelig is
voor het hormoon
De cellen hierin hebben een
Receptor die aan het hormoon
Hecht waardoor hij invloed kan
Uitoefenen op de celstofwisseling
Hormonen
Steroïde ~ Steroïde hormonen zijn chemisch Peptiden ~ (poly)peptiden, soms
Verwant van cholesterol dus (omgebouwde) aminozuren
Bv geslachtshormoon (aminozuurderivaten)
Hydrofoob - Hydrofiel
- bv Insuline, schildklierhormonen
, Steroïde hormoon
Hydrofoob (=lossen niet op in water)
Gaan eenvoudig door celmembraan van doelwitorgaan heen
Fosfolipiden ~ hydrofoob
Binden in cytoplasma aan een eiwitmolecuul is receptor
voor hormoon
Hormoon-receptor-complex dringt door de kern naar het DNA
Complex gaat een aantal bindingen met het DNA aan
Kunnen genexpressie stimuleren/ remmen
Leidt tot aanmaak bepaalde eiwitten bv enzymen beïnvloeden
stofwisselingsproces
Zo stuurt hormoon-receptor-complex de activiteiten van de cel