Week 1: Splitsing in appartementsrechten
1. HR 1 november 2013, NJ 2013/522 (Prinsenwerf)
- Kern: uitleg splitsingsakte
- in geval van tegenstrijdigheid tussen de splitsingsakte en –tekening kan niet op
voorhand worden gesteld dat de splitsingstekening prevaleert.
- Voor de vaststelling van hetgeen tot de privégedeelten respectievelijk de
gemeenschappelijke gedeelten van een in appartementsrechten gesplitst gebouw
behoort, mag slechts acht worden geslagen op “gegevens die voor derden uit of aan
de hand van de in de openbare registers ingeschreven splitsingsstukken kenbaar
zijn, aan andere dan in de openbare registers ingeschreven stukken, waarnaar niet in
de splitsingsstukken wordt verwezen, mag geen betekenis worden toegekend.
- De rechter dient ingeval de ingeschreven splitsingsstukken voor verschillende uitleg
vatbaar zijn, vast te stellen welke uitleg “naar objectieve maatstaven het meest
aannemelijk is” bedoeling splitser
2. HR 14 februari 2014, NJ 2014/119 (Achter Sint Pieter)
- Kern: splitsingstekening week af van het feitelijk gebruik.
- Als uit het splitsingsreglement (splitsingsakte) en de tekening niet duidelijk blijkt wie
het gebruik heeft van de tuin dient te worden gekeken naar de feitelijke situatie
(Stichting Mitros) ook al blijkt dit niet uit stukken ingeschreven in de openbare
registers/ is er in de splitsingsstukken geen verwijzing hiernaar gemaakt
- Volgens de Hoge Raad - kan ook bij gebreke van enigerlei verwijzing in de
splitsingsstukken - de situatie ter plaatse kan meewegen als aanknopingspunt ter
beantwoording van de vraag welke uitleg tot “de meest aannemelijke
rechtsgevolgen” leidt
Week 2: Openbare registers, kadaster en derdenbescherming
1. HR 2 december 1988, NJ 1989/160 (Dukker/Los)
- Kern: uitleg leveringsakte m.b.t. OZ
- Bij verschil tussen de kadastrale aanduiding en de feitelijke omschrijving (adres) van
de onroerende zaak in de ingeschreven akte, prevaleert de feitelijke omschrijving.
Eigendom gaat gewoon over bij verschil hiertussen.
2. HR 20 februari 1987, NJ 1987/1002 (Goedhart/Van den Berg)
- Dat men door raadpleging van de basisregistratie kadaster beter had kunnen weten,
staat aan goede trouw niet in de weg. Ging hier om verkrijgende verjaring.
- HR: het maakt niet uit wat je kan zien aan kadastrale kaart (bkr), weegt niet mee bij
toepassing van art. 3:23 BW. Gaat om wat je door raadpleging van de registers (OR)
had kunnen weten (openbare registers, leveringsakte/hypotheekakte,
verjaringsverkrijging, stukken die zijn ingeschreven in openbare registers).
- Lap grond had rechtsopvolger verkregen door verjaring
3. Hof Amsterdam 10 november 2009, RN 2010/24 (ABN AMRO/Fortis)
- De kadastrale registratie maakt geen deel uit van de openbare registers als bedoeld
in art. 3:16 BW. Art. 3:24 BW geeft geen bescherming tegen onjuistheden in de
kadastrale registratie (bkr)