100% de satisfacción garantizada Inmediatamente disponible después del pago Tanto en línea como en PDF No estas atado a nada 4.2 TrustPilot
logo-home
Resumen

Samenvatting volledige begrippenlijst bio & genetica (omvat alle hoofdtukken)

Puntuación
-
Vendido
-
Páginas
19
Subido en
15-05-2021
Escrito en
2020/2021

volledige begrippenlijst, alle te kennen hoofdstukken zijn verwerkt.

Institución
Grado










Ups! No podemos cargar tu documento ahora. Inténtalo de nuevo o contacta con soporte.

Libro relacionado

Escuela, estudio y materia

Institución
Estudio
Grado

Información del documento

¿Un libro?
Subido en
15 de mayo de 2021
Número de páginas
19
Escrito en
2020/2021
Tipo
Resumen

Temas

Vista previa del contenido

CH2 : chemie van het leven
• Atoom : bouwsteen van moleculen / basisdeeltje & bepalen fysische en chemische
eigenschappen
• Moleculen : gevormd door atomen die met elkaar verbinden & bevat chemische
eigenschappen
• Isotopen : atomen van hetzelfde chemische element, en dus met hetzelfde aantal protonen,
waarin de aantallen neutronen in de atoomkern verschillend zijn
• Waterstofbruggen : atomen van hetzelfde chemische element, en dus met hetzelfde aantal
protonen, waarin de aantallen neutronen in de atoomkern verschillend zijn. Relatief zwakke
binding.
• Ionbinding : ionen trekken elkaar aan omdat ze een andere lading hebben
• Covalente binding : atomen delen dezelfde electronen & is overal aanwezig bij sterke
bindingen
• Zure oplossingen : substanden die in water dissociëren & waardoor waterstofionen vrijkomen
• Basisoplossingen : stoffen die hydrogen-ionen opnemen of hydroxide ionen afgeven
• Koolhydraten (functie) : Snelle & korte opslag van energie
• Monosachariden : kleiner moleculen die aan elkaar gebonden zijn & de bouwstenen zijn van
koolhydraten (fructose, glucose, galactose)
• Disacharide : 2 samengevoegde monosachariden door een uitdrogingsreactie (sacharose,
lactose, maltose, trehalose)
• Polysachariden : koolhydraten die zijn opgebouwd uit 10 of meer monosacharine eenheden
• Glycogeen : energieopslag bij dieren & schimmels
• Zetmeel : opslag bij planten
• Vetten : van dierlijke oorsprong & vast bij kamertemperatuur
• Olie : van plantaardige oorsprong & vloeibaar bij kamertemperatuur
• Emulgatoren : zorgen ervoor dat vetten zich niet vermengen met water
• Verzadigde vetzuren : hebben geen dubbele binding tss koolstofatomen
• Onverzadigde vetzuren : hebben dubbele bindingen & deze zijn beter voor ons lichaam
• Fosfolipiden : kop is polair en oplosbaar (hydrofiel) & staart is niet-polair (hydrofoob)
• Steroïden : hebben een andere structuur dan vetten
• Eiwitten / proteïnen : zijn gemaakt van aminozuren
• Enzymen : soort eist : brengen reactanten samen & versnellen daardoor chemische reacties. Ze
functioneren alleen bij lichaamstemperatuur
• Hormonen : regulerende eiwitten. Ze zijn intercellulaire boodschappers die de stofwisseling van
cellen beïnvloeden
• DNA : het slaat de genetische info op id cel & in het organisme
• RNA : is een tussenpersoon die de instructies vh DNA met betrekking tot de
aminozuursequentie in een eiwit overbengt


CH3 : celstructuur & -functie
• Prokaryote cellen : ze hebben geen celkern, het DNA ligt los in de cel. Ze hebben minder
organellen en hebben hierdoor de meest eenvoudige celstructuur. Alle bacteriën zijn prokaryoot.
• Eukaryote cellen : ze hebben een celkern, waar het DNA in zit. Ze hebben wel organellen en
zijn hierdoor wat ingewikkelder. Gist, een soort schimmel, is een goe voorbeeld.


1

,• Diffusie : willekeurige beweging van moleculen van een gebied met een hogere concentratie nr
een gebied met een lagere concentratie tot ze gelijkmatig verdeeld zijn.
• Osmose : het is diffusie van water. Door waterverplaatsing proberen beide oplossingen een
evenwichtige stoffenconcentratie te verkrijgen.
• Isotoon : een oplossing waarvan het aantal opgeloste deeltje per liter gelijk is aan die van de
andere oplossing.
• Hypotoon : lage osmotische waarde van een oplossing vergeleken met de andere oplossing.
• Hypertoon : hoge osmotische waarde van een oplossing vergeleken met de andere oplossing.
• Gefaciliteerd transport : een molecuul w over het plasmamembraan getransporteerd vd kant
met een hogere concentratie nr de kant met een lagere concentratie.
• Actief transport : een molecuul gaat van een lagere concentratie nr een hogere concentratie.
• Endocytose : de cel neemt stoffen op die door het celmembraan zijn ingesloten.
• Exocytose : de cel geeft stoffen af aan het extracellulaire milieu.
• Fagocytose : WBC nemen ziekteverwekkers op adv endocytose.
• Pinocytose : het opnemen van van vloeistoffen via kleine pinocytische blaasjes.
• Nucleus : kern & slaat genetische info op.
• Genen : segmenten van het DNA die info bevatten vr de productie van specifieke eiwitten.
• Chromatine : het is de combinatie van DNA-moleculen & eiwitten die de chromosomen vormen.
• Ribosomen : zorgen vr productie van eiwitten in cellen obv de erfelijke info die op het DNA &
RNA staat. Ze kunnen vrij voorkomen in het cytoplasma of geboden zijn aan het ER.
• Ruw endoplasmatisch reticulum : ribosomen geven hier eiwitten af die in de cel moeten. De
eiwitten w in het ER bewerkt.
• Glad endoplasmatisch reticulum : heeft geen aangehechte ribosomen. Het heeft verschillende
functies & is afhankelijk vd specifieke cel (id testikels produceert het testosteron & id lever helpt
het bij het ontgiften van medicijnen)
• Golgi-apparaat : stapeling van licht gebogen bolletjes. De proteïnen & lipiden vh ER worden
hier ontvangen.
• Lysosomen : blaasjes die w afgesplitst van het Golgi-apparaat. Ze komen voor in alle cellen vh
lichaam. Ze worden ook gebruikt om kapotte celorganellen af te breken.
• Cytoskelet : helpt de vorm van een cel te behouden & verankert de organellen of ondersteunt
hun beweging.
• Microtubuli : helpen de vorm van de cel te behouden & werken als sporen waarlangs organellen
bewegen.
• Actine filamenten : gemaakt van een eiwit, actine. Ze zijn lang & extreem dunne vezels die
meestal voorkomen in bundels. Ze zijn betrokken bij beweging.
• Tussenliggende filamenten : qua grootte tussen microtubuli & actine filamenten. Hun structuur
& functie verschillen afhankelijk vh type cel.
• Extracellulaire matrix : het bevindt zich buiten de cellen. Het biedt stevigheid & structuur aan
de weefsels.
• Adhesieknooppunten : om aangrenzende cellen mechanisch te verbinden.
• Krappe knooppunten / tight junctions : verbindingen tss plasma membraan eiwitten van
naburige cellen.
• Gap knooppunten / gap junctions : communicatieportalen tss cellen.
• Mitochondrion : energieomzetten in eukaryote cel. Ze zetten de chemische energie an
glucoseproducten om in de chemische energie van ATP-moleculen
• Citroenzuurcyclus : het maakt de afbraak van glucose compleet. Te vinden in alle
lichaamscellen. Helpt bij de opwekking van energie uit glucose.


2

, CH4 : organisatie & regulatie van lichaamssystemen
• Weefsel : een groep gespecialiseerde cellen van hetzelfde type die een gemeenschappelijke
functie in het lichaam vervullen
• Bindweefsel : bindt & ondersteunt lichaamsdelen
• Spierweefsel : beweegt het lichaam & zijn onderdelen
• Zenuwweefsel : ontvangt prikkels & geleidt zenuwimpulsen
• Epitheliaal weefsel : bedekt lichaamsoppervlakken & lijnen lichaamsholten
• Fibriline : een bestanddeel van elastische vezels
• Matrix : omvat gemalen stof & vezels
• Los bindweefsel : ondersteunt epitheel & vele interne organen
• Vetweefsel : een speciaal soort los bindweefsel. Hierin vergroten de cellen zich & slaan ze vet
op.
• Leptine : hormoon dat w vrijgegeven door vetweefsel. Het reguleert de eetlustcentra in de
hersenen.
• Dicht vezelig bindweefsel : bevat veel collageenvezels die samengepakt zijn. Het heeft meer
specifieke functies dan het los bindweefsel.
• Chrondroblasten : kraakbeenvormende cel die zich deelt & de tussencelstof vormt van
kraakbeen.
• Hyalien kraakbeen : het meest voorkomende kraakbeentype, het bevat kleine collageenvezels.
Het bevindt zich in de neus & aan de lange uiteinden van botten en ribben. Het foetale skelet is
hier ook van gemaakt, maar later vervangen door bot.
• Elastisch kraakbeen : het heeft meer elastische vezels dan hyalien kraakbeen & is daarom
flexibeler. Het komt voor ih kader van het buitenoor.
• Fibrokraakbeen : heeft een matrix met sterke collageenvezels. Het komt voor in structuren die
bestand zijn tegen spanning & druk, zoals id schijven tss de wervels id ruggengraat & de
kussens ih kniegewricht.
• Het bot : het meest stijve bindweefsel. Bestaat uit een extreem harde matrix van anorganische
zouten (calciumzouten)
• Spierweefsel : hebben de eigenschap om samen te trekken. De cellen bestaan uit spiervezels.
• Skeletspieren : aan skeletten gehecht door pezen. Willekeurige controle en verbinden botten
met elkaar.
• Glad spierweefsel : geen willekeurige controle.Te vinden in de wanden van onze organen.
• Hartspierweefsel : Dwarsgestreept. Geen willekeurige controle. Te vinden in de wanden van
ons hart.
• Zenuwweefsel : Bestaan uit zenuwcellen & steuncellen. Het heeft 3 hoofdfuncties : zintuigelijk
input ; integratie ; motorische output
• Epitheelweefsel : het bedekt alle oppervlakken van ons lichaam, ook wel dekweefsel genoemd.
Meestel heeft het een beschermende functie.
• Keldermembraan : niet te verwarren met plasmamembraan of lichaamsmembraan. Het bestaat
uit een dunne laag van verschillende soorten koolhydraten & eiwitten die het epitheel verankert
in het onderliggende bindweefsel.
• Plaveiselepitheel / squamous : Bestaat uit afgeplatte cellen & wordt gevonden langs de
luchtzakken vd longen en de wanden vd bloedvaten. Het maakt uitwisseling van stoffen
mogelijk.
• Kuboïdaal epitheel / cuboidal : Bestaat uit een enkele laag kubusvormige cellen. Wordt
aangetroffen in de klieren (speekselklieren, schildklier, alvleesklier).


3
$6.58
Accede al documento completo:

100% de satisfacción garantizada
Inmediatamente disponible después del pago
Tanto en línea como en PDF
No estas atado a nada


Documento también disponible en un lote

Conoce al vendedor

Seller avatar
Los indicadores de reputación están sujetos a la cantidad de artículos vendidos por una tarifa y las reseñas que ha recibido por esos documentos. Hay tres niveles: Bronce, Plata y Oro. Cuanto mayor reputación, más podrás confiar en la calidad del trabajo del vendedor.
hazellieswarmoes Vrije Universiteit Brussel
Seguir Necesitas iniciar sesión para seguir a otros usuarios o asignaturas
Vendido
16
Miembro desde
5 año
Número de seguidores
14
Documentos
0
Última venta
3 año hace

0.0

0 reseñas

5
0
4
0
3
0
2
0
1
0

Recientemente visto por ti

Por qué los estudiantes eligen Stuvia

Creado por compañeros estudiantes, verificado por reseñas

Calidad en la que puedes confiar: escrito por estudiantes que aprobaron y evaluado por otros que han usado estos resúmenes.

¿No estás satisfecho? Elige otro documento

¡No te preocupes! Puedes elegir directamente otro documento que se ajuste mejor a lo que buscas.

Paga como quieras, empieza a estudiar al instante

Sin suscripción, sin compromisos. Paga como estés acostumbrado con tarjeta de crédito y descarga tu documento PDF inmediatamente.

Student with book image

“Comprado, descargado y aprobado. Así de fácil puede ser.”

Alisha Student

Preguntas frecuentes