Techniek samenvatting periode 3
Techniek 03-01 + 03-02 spatiele resolutie en MTF
Het begrip spatiële resolutie uitleggen;
Spatiële resolutie: het vermogen om details weer te geven. de spatiele resolutie is
een maat voor het kleinste detail dat nog herkend kan worden in een beeld.
(detailwaarneembaarheid). Spatiele resolutie heeft te maken met beeld(on)scherpte
Maat voor het kleinste detail dat herkent kan worden
Factoren benoemen die van invloed kunnen zijn op spatiële resolutie bij röntgen- en
gammacamerabeelden; + De invloed op spatiële resolutie bij röntgen- en
gammacamerabeelden beargumenteren;
- Invloeden op de spatiele resolutie (rontgenbeeld 2d) :
> geometrische onscherpte:
- focusgrootte : groter focus = lagere spatiele resolutie
- focus- object afstand : grotere afstand = hogere spatiele resolutie
- focus – detector afstand: grotere afstand = hogere spatiele resolutie
> bewegingsonscherpte
Bewegingsonscherpte wordt veroorzaakt door het bewegen van het object of delen
daarvan en/ of door het bewegen van de detector. De mate van onscherpte hangt af
van de bewegingssnelheid, opnametijd ,richting van de beweging en de plaats waar
het object zich ten opzichte van de bundel bevindt
- beweging van een detail tijdens de belichting evenwijdig aan de detector geeft een
lagere spatiele resolutie
Een object dat zich dichter tegen bij het focus bevindt tijdens het bewegen wordt
meer uitgesmeerd geprojecteerd, dit heeft te maken met het de vergrotingsfactor
, Se = snelheid van het object (afstand die het object beweegt)
De focusgrootte speeld geen rol bij de bewegingsonscherpte
Een beweging evenwijdig aan de richting van de stralenbundel veroorzaakt geen
bewegingsonscherpte
Formule voor de totale onscherpte
> Invloeden op de spatiele resolutie bij röntgenbeelden (2d en 3d):
- intrinsieke onscherpte (eigenschappen fosfaatplaten, flat panel detector,
detector)
- matrixgrootte: groter matrix = hogere spatiele resolutie
- pixelgrootte: grotere pixel = lagere spatiele resolutie
> Factoren die invloed hebben op de spatiele resolutie bij gammacamerabeelden:
- Collimator: kleinere gaten in de collimator zorgt voor hogere resolutie
(high resolution collimator). Grotere gaten in de collimator = lagere
spatiele resolutie ( high senstivity collimator).
- matrixgrootte: grotere matrix= hogere spatiele resolutie
- detector: energie van de gammafotonen worden omgezet in lichtfotonen,
hogere energie geeft meer licht, meer licht geeft meer blurring door
verstrooiing in het kristal van de detector en dus lagere spatiele resolutie
Techniek 03-01 + 03-02 spatiele resolutie en MTF
Het begrip spatiële resolutie uitleggen;
Spatiële resolutie: het vermogen om details weer te geven. de spatiele resolutie is
een maat voor het kleinste detail dat nog herkend kan worden in een beeld.
(detailwaarneembaarheid). Spatiele resolutie heeft te maken met beeld(on)scherpte
Maat voor het kleinste detail dat herkent kan worden
Factoren benoemen die van invloed kunnen zijn op spatiële resolutie bij röntgen- en
gammacamerabeelden; + De invloed op spatiële resolutie bij röntgen- en
gammacamerabeelden beargumenteren;
- Invloeden op de spatiele resolutie (rontgenbeeld 2d) :
> geometrische onscherpte:
- focusgrootte : groter focus = lagere spatiele resolutie
- focus- object afstand : grotere afstand = hogere spatiele resolutie
- focus – detector afstand: grotere afstand = hogere spatiele resolutie
> bewegingsonscherpte
Bewegingsonscherpte wordt veroorzaakt door het bewegen van het object of delen
daarvan en/ of door het bewegen van de detector. De mate van onscherpte hangt af
van de bewegingssnelheid, opnametijd ,richting van de beweging en de plaats waar
het object zich ten opzichte van de bundel bevindt
- beweging van een detail tijdens de belichting evenwijdig aan de detector geeft een
lagere spatiele resolutie
Een object dat zich dichter tegen bij het focus bevindt tijdens het bewegen wordt
meer uitgesmeerd geprojecteerd, dit heeft te maken met het de vergrotingsfactor
, Se = snelheid van het object (afstand die het object beweegt)
De focusgrootte speeld geen rol bij de bewegingsonscherpte
Een beweging evenwijdig aan de richting van de stralenbundel veroorzaakt geen
bewegingsonscherpte
Formule voor de totale onscherpte
> Invloeden op de spatiele resolutie bij röntgenbeelden (2d en 3d):
- intrinsieke onscherpte (eigenschappen fosfaatplaten, flat panel detector,
detector)
- matrixgrootte: groter matrix = hogere spatiele resolutie
- pixelgrootte: grotere pixel = lagere spatiele resolutie
> Factoren die invloed hebben op de spatiele resolutie bij gammacamerabeelden:
- Collimator: kleinere gaten in de collimator zorgt voor hogere resolutie
(high resolution collimator). Grotere gaten in de collimator = lagere
spatiele resolutie ( high senstivity collimator).
- matrixgrootte: grotere matrix= hogere spatiele resolutie
- detector: energie van de gammafotonen worden omgezet in lichtfotonen,
hogere energie geeft meer licht, meer licht geeft meer blurring door
verstrooiing in het kristal van de detector en dus lagere spatiele resolutie