Hoofdstuk 2.1; systeem aarde
Systeem aarde
Landschap kan tot stand komen door een samenspel van natuurkrachten. De aarde is
opgebouwd uit 4 aparte sferen:
De atmosfeer (de lucht)
De lithosfeer (het vaste gesteente)
De hydrosfeer (het water)
De biosfeer (het leven)
De grote motor achter alles is de energie van de zon. Een verandering in de ene sfeer heeft
gevolgen in de ander omdat je ze niet van elkaar apart kunt zien. Kan de aarde zien als een
systeem waarin een wisselwerking bestaat tussen de 4 sferen. Bijv: de neerslag uit de
atmosfeer zorgt ervoor dat het gesteente van de lithosfeer wordt afgebroken. Biosfeer zorgt
ervoor dat dat dit afbraak materiaal niet te snel van de helling spoelt.
Gesteente kringloop
Er zijn 2 belangrijke kringlopen.
1. Alle vaste stoffen die in de aardkorst en in het bovenste gedeelte van de aardmantel
voorkomen, heetten in de geologie gesteente. Je hebt het dan over allerlei soorten
zoals steen, klei of graniet. In de kringloop van het gesteente gaan geologen ervan uit
dat gesteenten deel uit maken van een cyclus waarin ze door geologische processen
worden afgebroken en omgevormd. Dit heet de gesteentekringloop. Bij de indeling
wordt er vanuit gegaan van 3 soorten; stollingsgesteente, sedimentgesteenten en
metamorfe gesteente. Elk soort kan worden gevormd uit de andere twee
gesteentesoorten.
Sedimentgesteenten ontstaan door de afzetting van materiaal dat wordt
aangevoerd door lucht, water of ijs. Het aardoppervlak is voor 75% bedekt met
dit soort gesteente de bekendste soorten zijn kalk gesteente en zandsteen
Stollingsgesteenten worden gevormd door afkoeling van magma. Zij vormen
ongeveer 95% van de aardkorst, voorbeelden zijn basalt en graniet.
Metamorfe gesteenten worden gevormd doordat stollings- en
sedimentgesteenten onder invloed van druk en/of een verhoogde tempratuur
een gedaanteverwisseling ondergaan, zoals leisteen en marmer
2. De tweede kringloop is de hydrologische kringloop. Bijna 95% van de aarde is
bedekt met water. Water maakt deel uit van deze kringloop. Deze kringloop speelt
zowel op het land als in de lucht af. Het is eigenlijk een nooit eindigende kringloop
van neerslag, verdamping, condensatie en transport van water. Meestal begint deze
kringloop in de oceaan. Door de hitte van de zon verdampt het zeewater, wat in de
atmosfeer terecht komt. 75% komt direct terug in de oceaan en de rest wordt
meegenomen door de wind naar land. Daar valt het zeewater als regen op de aarde.
Als er verdamping boven het aardoppervlak plaats vind heet dat evaporatie, en als de
transpiratie van bomen samenhangt hangt met de evaporatie noemt men dat
evapotranspiratie.
Systeem aarde
Landschap kan tot stand komen door een samenspel van natuurkrachten. De aarde is
opgebouwd uit 4 aparte sferen:
De atmosfeer (de lucht)
De lithosfeer (het vaste gesteente)
De hydrosfeer (het water)
De biosfeer (het leven)
De grote motor achter alles is de energie van de zon. Een verandering in de ene sfeer heeft
gevolgen in de ander omdat je ze niet van elkaar apart kunt zien. Kan de aarde zien als een
systeem waarin een wisselwerking bestaat tussen de 4 sferen. Bijv: de neerslag uit de
atmosfeer zorgt ervoor dat het gesteente van de lithosfeer wordt afgebroken. Biosfeer zorgt
ervoor dat dat dit afbraak materiaal niet te snel van de helling spoelt.
Gesteente kringloop
Er zijn 2 belangrijke kringlopen.
1. Alle vaste stoffen die in de aardkorst en in het bovenste gedeelte van de aardmantel
voorkomen, heetten in de geologie gesteente. Je hebt het dan over allerlei soorten
zoals steen, klei of graniet. In de kringloop van het gesteente gaan geologen ervan uit
dat gesteenten deel uit maken van een cyclus waarin ze door geologische processen
worden afgebroken en omgevormd. Dit heet de gesteentekringloop. Bij de indeling
wordt er vanuit gegaan van 3 soorten; stollingsgesteente, sedimentgesteenten en
metamorfe gesteente. Elk soort kan worden gevormd uit de andere twee
gesteentesoorten.
Sedimentgesteenten ontstaan door de afzetting van materiaal dat wordt
aangevoerd door lucht, water of ijs. Het aardoppervlak is voor 75% bedekt met
dit soort gesteente de bekendste soorten zijn kalk gesteente en zandsteen
Stollingsgesteenten worden gevormd door afkoeling van magma. Zij vormen
ongeveer 95% van de aardkorst, voorbeelden zijn basalt en graniet.
Metamorfe gesteenten worden gevormd doordat stollings- en
sedimentgesteenten onder invloed van druk en/of een verhoogde tempratuur
een gedaanteverwisseling ondergaan, zoals leisteen en marmer
2. De tweede kringloop is de hydrologische kringloop. Bijna 95% van de aarde is
bedekt met water. Water maakt deel uit van deze kringloop. Deze kringloop speelt
zowel op het land als in de lucht af. Het is eigenlijk een nooit eindigende kringloop
van neerslag, verdamping, condensatie en transport van water. Meestal begint deze
kringloop in de oceaan. Door de hitte van de zon verdampt het zeewater, wat in de
atmosfeer terecht komt. 75% komt direct terug in de oceaan en de rest wordt
meegenomen door de wind naar land. Daar valt het zeewater als regen op de aarde.
Als er verdamping boven het aardoppervlak plaats vind heet dat evaporatie, en als de
transpiratie van bomen samenhangt hangt met de evaporatie noemt men dat
evapotranspiratie.