Historische context: Verlichting en revoluties (samenvatting)
§1 De verlichting (1650-1789)
- Leidende vraag: Welke ideeën ontstonden tijdens de verlichting over de ideale samenleving?
Immanuel Kant
Immanuel Kant beschreef de verlichting als de bevrijding van de mens uit de onmondigheid waaraan
hij zelf schuldig is. Onmondigheid betekent het onvermogen het verstand te gebruiken zonder leiding
van een ander. Kortom: ‘heb de moed je verstand te gebruiken’.
Nieuwe ideeën
- Empirisme: stroming waarin gesteld wordt dat kennis uit de ervaring voortkomt.
- Rationalisme: stroming waarin gesteld wordt dat het menselijk denkvermogen de
voornaamste bron van kennis is. Dit is dus tegengesteld aan empirisme!
Beide stromingen vinden dat traditie en geloof vervangen moeten worden door
waarneming en rede (overeenkomst).
- In dezelfde tijd werd de macht van vorsten uitgebreid en gecentraliseerd de vorsten
stelden dat ze hun macht van God hadden gekregen en dus geen verantwoording hoefden af
te leggen voor beslissingen die ze maakten (absolutisme). Dit gaat niet samen met
bovengenoemde opkomende stromingen.
Het sociaal contract
Er ontstonden veel discussies over de macht van de koning en de macht van het volk tijdens de
verlichting. Wie is soeverein? Of te wel: Bij wie ligt de hoogste macht?
- Rousseau: Het volk moest al hun vrijheid overdragen aan de staat. Het volk was soeverein en
de staat moest de wil van de samenleving vertegenwoordigen Mensen mochten niet hun
eigen belangen doorzetten.
- John Locke: Hij vond dat alle mensen vrij en gelijk geboren zijn. De macht van de staat moest
worden vastgelegd in een sociaal contract. Het sociaal contract is een contract tussen vorst
en burgers óf tussen burgers onderling. Het doel is voorkomen van conflicten. Het volk stond
een deel van hun vrijheid af aan de overheid. Taken als rechtspraak en oorlogsvoering lieten
zij voortaan over aan de overheid. In ruil hiervoor moest de overheid hun leven, bezit en
vrijheid beschermen én bij conflicten optreden als neutrale rechter. (Engelse filosoof).
Scheiding van kerk en staat
Over het geloof bestonden veel verschillende ideeën. Hieronder worden de ideeën van sommige
filosofen toegelicht:
- Voltaire: Hij vond dat de natuurwetten bewezen dat God de wereld ingenieus (slim bedacht
of gemaakt) had gemaakt, maar dat God er zich verder niet mee bemoeide.
- Spinoza: Hij ging ervan uit dat de natuur niet was gemaakt door God, maar dat de natuur en
God hetzelfde waren. Hij vond dat de mens slechts moest afgaan op zijn eigen verstand.
- Locke: John Locke pleitte voor een scheiding van kerk en staat, omdat zelfstandig denkende
mensen alleen zelf konden bepalen wat ze geloofden. Bemoeienis van staat was niet nodig.
§1 De verlichting (1650-1789)
- Leidende vraag: Welke ideeën ontstonden tijdens de verlichting over de ideale samenleving?
Immanuel Kant
Immanuel Kant beschreef de verlichting als de bevrijding van de mens uit de onmondigheid waaraan
hij zelf schuldig is. Onmondigheid betekent het onvermogen het verstand te gebruiken zonder leiding
van een ander. Kortom: ‘heb de moed je verstand te gebruiken’.
Nieuwe ideeën
- Empirisme: stroming waarin gesteld wordt dat kennis uit de ervaring voortkomt.
- Rationalisme: stroming waarin gesteld wordt dat het menselijk denkvermogen de
voornaamste bron van kennis is. Dit is dus tegengesteld aan empirisme!
Beide stromingen vinden dat traditie en geloof vervangen moeten worden door
waarneming en rede (overeenkomst).
- In dezelfde tijd werd de macht van vorsten uitgebreid en gecentraliseerd de vorsten
stelden dat ze hun macht van God hadden gekregen en dus geen verantwoording hoefden af
te leggen voor beslissingen die ze maakten (absolutisme). Dit gaat niet samen met
bovengenoemde opkomende stromingen.
Het sociaal contract
Er ontstonden veel discussies over de macht van de koning en de macht van het volk tijdens de
verlichting. Wie is soeverein? Of te wel: Bij wie ligt de hoogste macht?
- Rousseau: Het volk moest al hun vrijheid overdragen aan de staat. Het volk was soeverein en
de staat moest de wil van de samenleving vertegenwoordigen Mensen mochten niet hun
eigen belangen doorzetten.
- John Locke: Hij vond dat alle mensen vrij en gelijk geboren zijn. De macht van de staat moest
worden vastgelegd in een sociaal contract. Het sociaal contract is een contract tussen vorst
en burgers óf tussen burgers onderling. Het doel is voorkomen van conflicten. Het volk stond
een deel van hun vrijheid af aan de overheid. Taken als rechtspraak en oorlogsvoering lieten
zij voortaan over aan de overheid. In ruil hiervoor moest de overheid hun leven, bezit en
vrijheid beschermen én bij conflicten optreden als neutrale rechter. (Engelse filosoof).
Scheiding van kerk en staat
Over het geloof bestonden veel verschillende ideeën. Hieronder worden de ideeën van sommige
filosofen toegelicht:
- Voltaire: Hij vond dat de natuurwetten bewezen dat God de wereld ingenieus (slim bedacht
of gemaakt) had gemaakt, maar dat God er zich verder niet mee bemoeide.
- Spinoza: Hij ging ervan uit dat de natuur niet was gemaakt door God, maar dat de natuur en
God hetzelfde waren. Hij vond dat de mens slechts moest afgaan op zijn eigen verstand.
- Locke: John Locke pleitte voor een scheiding van kerk en staat, omdat zelfstandig denkende
mensen alleen zelf konden bepalen wat ze geloofden. Bemoeienis van staat was niet nodig.