100% satisfaction guarantee Immediately available after payment Both online and in PDF No strings attached 4.2 TrustPilot
logo-home
Summary

Samenvatting Basiskennis Aardrijkskunde,

Rating
-
Sold
-
Pages
7
Uploaded on
25-04-2021
Written in
2020/2021

Dit is een samenvatting voor de toets van Arm en rijk/ Bestaansmiddelen.

Institution
Course









Whoops! We can’t load your doc right now. Try again or contact support.

Connected book

Written for

Institution
Study
Course

Document information

Summarized whole book?
No
Which chapters are summarized?
Arm en rijk, bestaansmiddelen, lorenz curve en de bic mac index
Uploaded on
April 25, 2021
Number of pages
7
Written in
2020/2021
Type
Summary

Subjects

Content preview

Bestaansmiddelen

NL Economie
 Nederland is een land met een open economie. Een open economie is een economie die veel
importeert en exporteert naar en vanuit het buitenland.
 Het tegenovergestelde van een open economie is een gesloten economie. Een land met een
gesloten economie maakt veel goederen en diensten zelf en hoeft weinig producten
te importeren. Bijvoorbeeld Noord- Korea.
 Open economie van Nederland heeft voor een belangrijk deel te maken met de ligging van
Nederland.
De ligging is gunstig, maar ook nadelig.


Aan Noordzee I.v.m. klimaat onmogelijk om alle
producten zelf te produceren.


Nederland daardoor zeer Noodzaak om ook goederen te importeren.
belangrijk transportland
in Europa
 Infrastructuur: Alles wat nodig is om een land goed te laten draaien. Bijv. autowegen,
vliegvelden, spoorlijnen, rivieren, kanalen en de ICT. Nederland heeft 2 internationale
mainports -> transportknooppunten: Schiphol en de Rotterdamse haven.


Sectoren
 Primaire sector: Bedrijven uit de landbouw, tuinbouw, mijnbouw, visserij en veeteelt.
Leveren grondstoffen en voedsel.
 Secundaire sector (industriële sector): Bedrijven die grondstoffen die door de primaire
sector worden geleverd tot tussen of eindproducten.
 Tertiaire sector (Commerciële dienstverlening): Bedrijven die door het leveren van diensten
winst maken.
 Quartaire sector (Niet- commerciële dienstverlening): Bedrijven die geen winst maken.
Bijvoorbeeld scholen, gezondheidszorg en maatschappelijk werk.

Landbouw
 Kenmerken intensieve landbouw: Inzet van veel kapitaal (landbouwmachines), doel:
productie maximaliseren en het gebruik van allerlei technieken en middelen: Drainage
(ontwatering) -> het verlangen van het grondwaterpeil (polders), irrigatie technieken ->
toevoegen van water aan landbouwgewassen bij te kort aan neerslag en kunstmest/
bestrijdingsmiddelen -> opbrengst verhogen.
 Intensieve landbouw: kapitaalsintensief en arbeidsextensief


Vooral in welvarende landen. In Nederland is bijna alle landbouw intensieve landbouw.

,  Kenmerken extensieve landbouw: Slechts in geringe mate ingegrepen in de natuur.


 Extensieve landbouw: kapitaalsextensief en arbeidsintensief



Komt veel voor in minder ontwikkelde landen

Industrie
 In de industriële sector zit 4% van alle Nederlandse bedrijven en 10 % van alle banen.
 Consumentenindustrie: Voedingsmiddelenindustrie, meubel industrie, textiel industrie en de
kledingindustrie.
 Maak en procesindustrie: Metaalindustrie (hoogovens), chemische industrie (olieraffinage).


Hier worden grondstoffen tot tussenproducten (halffabricaten) verwerkt.

Kenniseconomie
 Nederlandse industrie: vroeger -> arbeidsintensief, nu -> Kapitaalintensief.
 Kenniseconomie: Gebruik machines  soort werkgelegenheid veranderd  vraag naar
personeel met een goed opleiding is toegenomen.
 High- tech industrie: Sterk opkomende industrietak.

Dienstverlening
 Commerciële dienstverlening: Winkels, horeca, transportbedrijven, advocaten en ICT-
bedrijven.
 Niet commerciële dienstverlening: Openbaar bestuur, defensie, onderwijs, openbare orde
en de zorg.

Bruto nationaal product (BNP)
 Het BNP is de waarde van alle in een land geproduceerde goederen en diensten in een jaar.
 Het nationaal inkomen van een land is de som van elle in een jaar verdiende inkomens door
de inwoners van het land. (Hiermee kan je de welvaart van een land weer geven).



Internationale arbeidsverdeling

 Internationale arbeidsverdeling: De verdeling van het maken van producten over
verschillende landen.
 Internationale concurrentie: Als een buitenlands bedrijf hetzelfde product maakt als een
Nederlands bedrijf.
 Als het buitenlandse bedrijf goedkoper en/of beter produceert dan het Nederlandse bedrijf,
dan heeft die een betere concurrentiepositie.
 Als land kan je maatregelen nemen om je bedrijven te beschermen tegen internationale
concurrentie. Dit noem je protectionisme.
 Als 2 of meer landen afspreken alle handelsbelemmeringen af te schaffen spreek je van
vrijhandel tussen die landen. (Producten kunnen dan ongehinderd worden geïmporteerd of
geëxporteerd). Dit is van sprake in de Europese Unie.
$8.47
Get access to the full document:

100% satisfaction guarantee
Immediately available after payment
Both online and in PDF
No strings attached

Get to know the seller
Seller avatar
xannevooijen

Get to know the seller

Seller avatar
xannevooijen
Follow You need to be logged in order to follow users or courses
Sold
0
Member since
4 year
Number of followers
0
Documents
1
Last sold
-

0.0

0 reviews

5
0
4
0
3
0
2
0
1
0

Why students choose Stuvia

Created by fellow students, verified by reviews

Quality you can trust: written by students who passed their tests and reviewed by others who've used these notes.

Didn't get what you expected? Choose another document

No worries! You can instantly pick a different document that better fits what you're looking for.

Pay as you like, start learning right away

No subscription, no commitments. Pay the way you're used to via credit card and download your PDF document instantly.

Student with book image

“Bought, downloaded, and aced it. It really can be that simple.”

Alisha Student

Frequently asked questions