Samenvatting techniek periode 2
Taak 01/ 05 digitalisatie
Uitleggen wat de begrippen analoog en digitaal, matrix, pixels en voxels, bits en bytes
en bitdiepte betekenen;
Analoog = het signaal komt overeen met wat het weergeeft signaal kan elke
waarden aannemen (continu signaal)
Digitaal = het signaal wordt voorgesteld door een reeks getallen signaal kan een
reeks waarden weergeven (discreet signaal)
Digitaliseren van een analoog signaal:
> bemonsteren: datasampeling (positie op de X-as) heeft invloed op de spatiële
resolutie (spatiele resolutie = de maat voor het kleinste detail dat nog herkent kan
worden in een beeld).
> kwantificeren: binaire code/ waarde pixel geven (bitdiepte/grijswaarde op de y-as),
heeft invloed op de contrastresolutie (contrastresolutie= de mate waarin een
beeldvormend systeem absorptieverschillen kan weergeven).
Het omzetten van een analoog signaal in een digitaal signaal noemen we
analoogdigitaalconversie (A/D-conversie).
, De beeldmatrix is het geheel van pixels (of voxels).
Een matrix is een raster welke een beeld verdeeld in ‘hokjes’ de zogenaamde pixels. Elke
pixel heeft een eigen getalswaarde, gerelateerd met grijswaarde of kleur. Hoe meer hokjes
in een matrix, hoe beter de resolutie.
Matrix =het aantal pixels per systeem (een beeld is opgeslagen in de computer als
een matrix)
Pixels = beeldpuntjes (is 2D)
De pixelgrootte bepaald de resolutie. De pixelgrootte wordt bepaald door de
matrixgrootte
Kleinere matrix grotere pixels, lager resolutie
Voxels = pixel met een volume (is 3D)
Bits= kleinste eenheid van data/ informatie in een computer. Kan een waarde van 1
(hoge spanning) of o (lage spanning) hebben
aantal bit waardes aantal
Taak 01/ 05 digitalisatie
Uitleggen wat de begrippen analoog en digitaal, matrix, pixels en voxels, bits en bytes
en bitdiepte betekenen;
Analoog = het signaal komt overeen met wat het weergeeft signaal kan elke
waarden aannemen (continu signaal)
Digitaal = het signaal wordt voorgesteld door een reeks getallen signaal kan een
reeks waarden weergeven (discreet signaal)
Digitaliseren van een analoog signaal:
> bemonsteren: datasampeling (positie op de X-as) heeft invloed op de spatiële
resolutie (spatiele resolutie = de maat voor het kleinste detail dat nog herkent kan
worden in een beeld).
> kwantificeren: binaire code/ waarde pixel geven (bitdiepte/grijswaarde op de y-as),
heeft invloed op de contrastresolutie (contrastresolutie= de mate waarin een
beeldvormend systeem absorptieverschillen kan weergeven).
Het omzetten van een analoog signaal in een digitaal signaal noemen we
analoogdigitaalconversie (A/D-conversie).
, De beeldmatrix is het geheel van pixels (of voxels).
Een matrix is een raster welke een beeld verdeeld in ‘hokjes’ de zogenaamde pixels. Elke
pixel heeft een eigen getalswaarde, gerelateerd met grijswaarde of kleur. Hoe meer hokjes
in een matrix, hoe beter de resolutie.
Matrix =het aantal pixels per systeem (een beeld is opgeslagen in de computer als
een matrix)
Pixels = beeldpuntjes (is 2D)
De pixelgrootte bepaald de resolutie. De pixelgrootte wordt bepaald door de
matrixgrootte
Kleinere matrix grotere pixels, lager resolutie
Voxels = pixel met een volume (is 3D)
Bits= kleinste eenheid van data/ informatie in een computer. Kan een waarde van 1
(hoge spanning) of o (lage spanning) hebben
aantal bit waardes aantal