Samenvatting techniek periode 1
Radiologie
Röntgenstraling is elektromagnetische straling.
In een patiënt kunnen er drie dingen gebeuren als er röntgenstraling op de patiënt komt :
- Röntgenstraling wordt geabsorbeerd
- röntgenstraling wordt verstrooid
- Röntgenstraling gaat onverzwakt door
Donker/zwart op een foto: weinig absorptie geeft veel straling op de detector
Wit/licht op een foto: veel absorptie geeft weinig straling op de detector
Kathode is negatief, anode is positief
Achter de vlakken op de wandbucky zit een dosismeter die meet de hoeveelheid straling dat
op de detector valt. Die kan de buis stoppen als er voldoende straling op is gevallen.
Onderdelen van een röntgenbuis
In het focus ontstaat de röntgenstraling
Functie Strooistralenrooster: Zorgt ervoor dat de strooistralen niet op de detector terecht zal
komen. Dus alleen de straling die recht door het lichaam gaat zal op de detector vallen. Door
het gebruik van een strooistralen rooster heb je een hogere energie nodig, aangezien er ook
een deel van de primaire straling uit wordt gefilterd
, Wanneer het (negatieve) elektron een (positieve) wolfraamkern passeert, wordt het
elektron aangetrokken tot de kern. Er werken dan twee krachten op het elektron:
1. Kinetische energie van het elektron wil rechtdoor
2. De aantrekkingskracht van de kern
Het gevolg hiervan is dat het elektron wordt afgebogen, hierbij verliest hij een deel van de
kinetische energie. Het verlies wordt omgezet in elektromagnetische straling
Buislading (mAs) verhogen: meer elektronen meer röntgenstraling
Buisspanning verhogen: hogere energie van de röntgenstraling minder contrast op het
beeld
mAs getal: het aantal elektronen dat van de kathode naar de anode stroomt
Werking detector: straling valt op de plaat en wordt geabsorbeerd door kristallijnen
kristal zet het om in licht licht wordt opgevangen door fotodiodes zetten licht om in
een elektrische puls puls wordt vertaald naar een pixel
Hoeveelheid strooistraling hangt af van:
- materiaal eigenschappen
- object dikte
- veldgrootte
- gemiddelde fotonenergie
MRI
Mri scanners werken met een sterk magneetveld en radiogolven
De resolutie (scherpheid) van een MRI is hoger dan van een CT
Werking van MRI:
Een MRI afbeelding wordt gemaakt met behulp van de magnetische eigenschappen van
waterstofkernen.
Een proton draait om zijn as heen (dit heet kernspin/proton spin) dit zorgt voor een klein
magnetisch veld
Buiten de MRI zijn de magnetische velden willekeurig, maar wel zo dat er geen netto
magnetisatie is.
Als een patiënt de MRI in gaat richten de velden zich naar het magnetisch veld van de MRI.
de kern spins gaan niet exact evenwijdig aan het veld in de MRI tunnel richten, maar ze gaan
ronddraaien om dit magnetisch veld (dit heet processie).
Precessiebeweging kan in 2 posities:
1. Parallel aan het magnetische veld
2. Antiparallel aan het magnetisch veld (meer energie voor nodig)
Spins kunnen van parallel naar antiparallel overgaan, hierbij nemen ze energie op of geven
ze energie af.
Radiologie
Röntgenstraling is elektromagnetische straling.
In een patiënt kunnen er drie dingen gebeuren als er röntgenstraling op de patiënt komt :
- Röntgenstraling wordt geabsorbeerd
- röntgenstraling wordt verstrooid
- Röntgenstraling gaat onverzwakt door
Donker/zwart op een foto: weinig absorptie geeft veel straling op de detector
Wit/licht op een foto: veel absorptie geeft weinig straling op de detector
Kathode is negatief, anode is positief
Achter de vlakken op de wandbucky zit een dosismeter die meet de hoeveelheid straling dat
op de detector valt. Die kan de buis stoppen als er voldoende straling op is gevallen.
Onderdelen van een röntgenbuis
In het focus ontstaat de röntgenstraling
Functie Strooistralenrooster: Zorgt ervoor dat de strooistralen niet op de detector terecht zal
komen. Dus alleen de straling die recht door het lichaam gaat zal op de detector vallen. Door
het gebruik van een strooistralen rooster heb je een hogere energie nodig, aangezien er ook
een deel van de primaire straling uit wordt gefilterd
, Wanneer het (negatieve) elektron een (positieve) wolfraamkern passeert, wordt het
elektron aangetrokken tot de kern. Er werken dan twee krachten op het elektron:
1. Kinetische energie van het elektron wil rechtdoor
2. De aantrekkingskracht van de kern
Het gevolg hiervan is dat het elektron wordt afgebogen, hierbij verliest hij een deel van de
kinetische energie. Het verlies wordt omgezet in elektromagnetische straling
Buislading (mAs) verhogen: meer elektronen meer röntgenstraling
Buisspanning verhogen: hogere energie van de röntgenstraling minder contrast op het
beeld
mAs getal: het aantal elektronen dat van de kathode naar de anode stroomt
Werking detector: straling valt op de plaat en wordt geabsorbeerd door kristallijnen
kristal zet het om in licht licht wordt opgevangen door fotodiodes zetten licht om in
een elektrische puls puls wordt vertaald naar een pixel
Hoeveelheid strooistraling hangt af van:
- materiaal eigenschappen
- object dikte
- veldgrootte
- gemiddelde fotonenergie
MRI
Mri scanners werken met een sterk magneetveld en radiogolven
De resolutie (scherpheid) van een MRI is hoger dan van een CT
Werking van MRI:
Een MRI afbeelding wordt gemaakt met behulp van de magnetische eigenschappen van
waterstofkernen.
Een proton draait om zijn as heen (dit heet kernspin/proton spin) dit zorgt voor een klein
magnetisch veld
Buiten de MRI zijn de magnetische velden willekeurig, maar wel zo dat er geen netto
magnetisatie is.
Als een patiënt de MRI in gaat richten de velden zich naar het magnetisch veld van de MRI.
de kern spins gaan niet exact evenwijdig aan het veld in de MRI tunnel richten, maar ze gaan
ronddraaien om dit magnetisch veld (dit heet processie).
Precessiebeweging kan in 2 posities:
1. Parallel aan het magnetische veld
2. Antiparallel aan het magnetisch veld (meer energie voor nodig)
Spins kunnen van parallel naar antiparallel overgaan, hierbij nemen ze energie op of geven
ze energie af.
