Samenvatting leeruitkomsten Bestuursrecht 1 Blok 2
Week 1
• de definitie en de functies van het bestuursrecht beschrijven
- Instrumentele functie: Het bestuursrecht geeft de overheid de bevoegdheden om
het algemeen belang te behartigen en zijn publieke taak te vervullen. Dit heeft
betrekking op relaties tussen de overheid(bestuursorganen) en burgers
(belanghebbende), Dit kunnen ook bedrijven, stichtingen en verenigingen zijn
(privaatrechtelijke rechtspersonen) Het bestuursrecht geeft regels voor de
verhouding tussen bestuursorganen en belanghebbenden. Op basis van een wet is
het bestuur bevoegd tot juridische maatregelen die burgers en rechtspersonen
niet hebben. Het bestuur kan zonder instemming van de burger bepalen wat de
rechten en plichten van die burger zijn. (Eenzijdige rechtshandelingen), dit is een
publiekrechtelijke bevoegdheid van het bestuursorgaan.
- Waarborgfunctie: De burger heeft middelen om het beleid van het bestuur te
beïnvloeden en zich daartegen te verzetten. Er zijn inspraakmogelijkheden en het
regelt wie tegen welke overheidsbesluiten mag opkomen bij de bestuursrechter.
(Bescherming tegen de overheid)
- Normerende functie: Het bestuursrecht geeft regels waaraan het bestuur zich moet
houden bij de uitoefening van bevoegdheden, zoals het specialiteitsbeginsel .
• de begrippen attributie, delegatie en mandaat omschrijven
- Attributie; Het rechtstreeks toedelen van bevoegdheden door een wetgever
(bevoegdheidsverlening d.m.v. de grondwet of een wet in formele zin)
- Delegatie: Het overdragen door een bestuursorgaan van zijn (krachtens attributie
verkregen) bevoegdheid tot het nemen van besluiten aan een ander dat deze
bevoegdheid onder eigen verantwoordelijkheid uitoefent (alleen toegestaan in
wettelijk voorschrift)
- Mandaat: Hetzelfde als delegatie, maar de mandaatgever draagt de
gemandateerde op om in zijn naam beslissingen te nemen of handelingen te
verrichten. (de bevoegdheid om in naam van een bestuursorgaan besluiten te
nemen) De mandaatgever blijft dus zelf verantwoordelijk.
Delegatie Mandaat
Delegans draagt bevoegdheid over aan Mandataris handelt namens
delegataris. mandaategever
(Delegans raakt bevoegdheid kwijt. ) (Mandaatgever houdt bevoegdheid om
zelf te beslissen)
Verantwoordelijkheid voor Verantwoordelijkheid blijft volledig bij
bevoegdheidsuitoefening gaat naar de mandaatgever.
delegataris
Voor delegatie is steeds een wettelijke Wettelijke basis is alleen in
basis nodig uitzonderingsgevallen nodig.
Delegatie kan niet zomaar worden Mandaat kan te allen tijde worden
, beëindigd herroepen.
• het begrip bestuursorgaan uitleggen:Een orgaan dat bestuurt, besturen bestaat uit:
vaststellen van regelgeving, het nemen van beschikkingen (het eenzijdig bepalen van
iemands rechtspositie) , het besluiten tot het verrichten van privaatrechtelijke
rechtshandelingen en uit feitelijke handelingen. Volgens de wet is de definitie:
Artikel 1:1
1.
Onder bestuursorgaan wordt verstaan:
a. een orgaan van een rechtspersoon die krachtens publiekrecht is ingesteld, of
b. een ander persoon of college, met enig openbaar gezag bekleed.
• in eenvoudige casusposities motiveren of er sprake is van ee n (a- of
b-)bestuursorgaan.-Een a-orgaan is een orgaan van een rechtspersoon krachtens
publiekrecht ingesteld, wat betekent dat in de wet ergens staat dat dit orgaan
rechtspersoonlijkheid bezit (vb.: ministers, burgemeester, B&W).
-Een b-orgaan is een ander persoon of college met enig openbaar gezag. Meestal zijn dit
instellingen waar een overheidstaak is opgedragen. Dit is bijvoorbeeld een APK-keurder of
het UWV.
Week 2
• uitleggen of sprake is van een besluit.
De vijf voorwaarden die het Awb stelt aan het besluitbegrip: (Art 1:3 lid 1 Awb)
- Schriftelijk: In de vorm van een brief of email.
- Beslissing: Er moet een uitspraak over iets komen.
- Bestuursorgaan: A; een orgaan van een rechtspersoon die krachtens publiekrecht is.
- Publiekrechtelijke: Het moet gaan tussen een burger en de overheid.
- Rechtshandeling: Een publiekrechtelijke rechtshandeling, of een feitelijke.
• uitleggen wanneer sprake is van een besluit van algemene strekking;
Een besluit gericht op een onbepaald aantal gevallen en/of personen.
, Welke Besluiten van Algemene Strekking (BAS) er zijn:
Algemeen verbindende voorschriften: besluiten die rechtstreeks bindend zijn voor
burgers. Geen bestuursrechtelijk bezwaar en beroep mogelijk.
Beleidsregels: besluiten die slechts overheidsbeleid bevatten. Geen bestuursrechtelijk
bezwaar en beroep mogelijk.
Plannen: Bestuursorganen werken vaak planmatig om een bepaald doel te kunnen
bereiken. Door het doel en de weg ernaartoe op te nemen in een plan, kan het
bestuursorgaan een zekere ordening en samenhang aanbrengen in het bestuurlijk handelen.
In een aantal bijzondere wetten is de mogelijkheid en soms de verplichting opgenomen om
een juridisch plan te maken. Bijv: gemeentelijk bestemmingsplan.
Overige besluiten: gaan om een restcategorie van besluiten met een algemene strekking
die dus geen beschikking zijn, maar die ook niet als algemeen verbindend voorschrift of
beleidsregel kunnen worden gekwalificeerd.
• uitleggen wanneer sprake is van (derde) belanghebbende;
Degene wiens belang rechtstreeks bij een besluit betrokken is.(Art 1:2 lid 1 Awb) Als
bijvoorbeeld omwonende, waaronder rechtspersonen en een bestuursorgaan.
Je kan belanghebbenden onderscheiden tussen directe belanghebbenden; de aanvrager, en
derde belanghebbenden; personen die met de gevolgen van een besluit te maken krijgen,
bijvoorbeeld buurtbewoners.
• uitleggen wat de OPERA-criteria inhouden en deze toepassen in een eenvoudige casus
- Het belang moet objectief (feiten) meetbaar zijn: dit betekend dat een belang niet slechts
subjectief (meningen) mag zijn.
- Het moet een persoonlijk belang treffen: positie van belanghebbende moet duidelijk te
onderscheiden zijn van anderen (afstand en zicht criterium)
- Het moet een eigen belang zijn: geen belang van een ander.
- Het belang moet rechtstreeks betrokken zijn bij het besluit: er moet voldoende verband
zijn tussen de gevolgen van het besluit en het geraakte belang.
- Het moet gaan om een actueel belang: onzekere toekomstige ontwikkelingen spelen geen
rol. Het belang moet daadwerkelijk bestaan en niet een nog onzeker belang betreffen.
Week 3
• uitleggen wat het verschil is tussen een besluit van
algemene strekking en een beschikking;
BAS: Het karakter van een besluit wordt dus bepaald door de strekking of de inhoud ervan.
Een besluit van algemene strekking heeft betrekking op een onbepaald aantal gevallen en/of
personen. Een dergelijk besluit kan dus voor iedereen gelden.
Beschikkingen Het meest voorkomende besluit in het bestuursrecht is de beschikking.
Week 1
• de definitie en de functies van het bestuursrecht beschrijven
- Instrumentele functie: Het bestuursrecht geeft de overheid de bevoegdheden om
het algemeen belang te behartigen en zijn publieke taak te vervullen. Dit heeft
betrekking op relaties tussen de overheid(bestuursorganen) en burgers
(belanghebbende), Dit kunnen ook bedrijven, stichtingen en verenigingen zijn
(privaatrechtelijke rechtspersonen) Het bestuursrecht geeft regels voor de
verhouding tussen bestuursorganen en belanghebbenden. Op basis van een wet is
het bestuur bevoegd tot juridische maatregelen die burgers en rechtspersonen
niet hebben. Het bestuur kan zonder instemming van de burger bepalen wat de
rechten en plichten van die burger zijn. (Eenzijdige rechtshandelingen), dit is een
publiekrechtelijke bevoegdheid van het bestuursorgaan.
- Waarborgfunctie: De burger heeft middelen om het beleid van het bestuur te
beïnvloeden en zich daartegen te verzetten. Er zijn inspraakmogelijkheden en het
regelt wie tegen welke overheidsbesluiten mag opkomen bij de bestuursrechter.
(Bescherming tegen de overheid)
- Normerende functie: Het bestuursrecht geeft regels waaraan het bestuur zich moet
houden bij de uitoefening van bevoegdheden, zoals het specialiteitsbeginsel .
• de begrippen attributie, delegatie en mandaat omschrijven
- Attributie; Het rechtstreeks toedelen van bevoegdheden door een wetgever
(bevoegdheidsverlening d.m.v. de grondwet of een wet in formele zin)
- Delegatie: Het overdragen door een bestuursorgaan van zijn (krachtens attributie
verkregen) bevoegdheid tot het nemen van besluiten aan een ander dat deze
bevoegdheid onder eigen verantwoordelijkheid uitoefent (alleen toegestaan in
wettelijk voorschrift)
- Mandaat: Hetzelfde als delegatie, maar de mandaatgever draagt de
gemandateerde op om in zijn naam beslissingen te nemen of handelingen te
verrichten. (de bevoegdheid om in naam van een bestuursorgaan besluiten te
nemen) De mandaatgever blijft dus zelf verantwoordelijk.
Delegatie Mandaat
Delegans draagt bevoegdheid over aan Mandataris handelt namens
delegataris. mandaategever
(Delegans raakt bevoegdheid kwijt. ) (Mandaatgever houdt bevoegdheid om
zelf te beslissen)
Verantwoordelijkheid voor Verantwoordelijkheid blijft volledig bij
bevoegdheidsuitoefening gaat naar de mandaatgever.
delegataris
Voor delegatie is steeds een wettelijke Wettelijke basis is alleen in
basis nodig uitzonderingsgevallen nodig.
Delegatie kan niet zomaar worden Mandaat kan te allen tijde worden
, beëindigd herroepen.
• het begrip bestuursorgaan uitleggen:Een orgaan dat bestuurt, besturen bestaat uit:
vaststellen van regelgeving, het nemen van beschikkingen (het eenzijdig bepalen van
iemands rechtspositie) , het besluiten tot het verrichten van privaatrechtelijke
rechtshandelingen en uit feitelijke handelingen. Volgens de wet is de definitie:
Artikel 1:1
1.
Onder bestuursorgaan wordt verstaan:
a. een orgaan van een rechtspersoon die krachtens publiekrecht is ingesteld, of
b. een ander persoon of college, met enig openbaar gezag bekleed.
• in eenvoudige casusposities motiveren of er sprake is van ee n (a- of
b-)bestuursorgaan.-Een a-orgaan is een orgaan van een rechtspersoon krachtens
publiekrecht ingesteld, wat betekent dat in de wet ergens staat dat dit orgaan
rechtspersoonlijkheid bezit (vb.: ministers, burgemeester, B&W).
-Een b-orgaan is een ander persoon of college met enig openbaar gezag. Meestal zijn dit
instellingen waar een overheidstaak is opgedragen. Dit is bijvoorbeeld een APK-keurder of
het UWV.
Week 2
• uitleggen of sprake is van een besluit.
De vijf voorwaarden die het Awb stelt aan het besluitbegrip: (Art 1:3 lid 1 Awb)
- Schriftelijk: In de vorm van een brief of email.
- Beslissing: Er moet een uitspraak over iets komen.
- Bestuursorgaan: A; een orgaan van een rechtspersoon die krachtens publiekrecht is.
- Publiekrechtelijke: Het moet gaan tussen een burger en de overheid.
- Rechtshandeling: Een publiekrechtelijke rechtshandeling, of een feitelijke.
• uitleggen wanneer sprake is van een besluit van algemene strekking;
Een besluit gericht op een onbepaald aantal gevallen en/of personen.
, Welke Besluiten van Algemene Strekking (BAS) er zijn:
Algemeen verbindende voorschriften: besluiten die rechtstreeks bindend zijn voor
burgers. Geen bestuursrechtelijk bezwaar en beroep mogelijk.
Beleidsregels: besluiten die slechts overheidsbeleid bevatten. Geen bestuursrechtelijk
bezwaar en beroep mogelijk.
Plannen: Bestuursorganen werken vaak planmatig om een bepaald doel te kunnen
bereiken. Door het doel en de weg ernaartoe op te nemen in een plan, kan het
bestuursorgaan een zekere ordening en samenhang aanbrengen in het bestuurlijk handelen.
In een aantal bijzondere wetten is de mogelijkheid en soms de verplichting opgenomen om
een juridisch plan te maken. Bijv: gemeentelijk bestemmingsplan.
Overige besluiten: gaan om een restcategorie van besluiten met een algemene strekking
die dus geen beschikking zijn, maar die ook niet als algemeen verbindend voorschrift of
beleidsregel kunnen worden gekwalificeerd.
• uitleggen wanneer sprake is van (derde) belanghebbende;
Degene wiens belang rechtstreeks bij een besluit betrokken is.(Art 1:2 lid 1 Awb) Als
bijvoorbeeld omwonende, waaronder rechtspersonen en een bestuursorgaan.
Je kan belanghebbenden onderscheiden tussen directe belanghebbenden; de aanvrager, en
derde belanghebbenden; personen die met de gevolgen van een besluit te maken krijgen,
bijvoorbeeld buurtbewoners.
• uitleggen wat de OPERA-criteria inhouden en deze toepassen in een eenvoudige casus
- Het belang moet objectief (feiten) meetbaar zijn: dit betekend dat een belang niet slechts
subjectief (meningen) mag zijn.
- Het moet een persoonlijk belang treffen: positie van belanghebbende moet duidelijk te
onderscheiden zijn van anderen (afstand en zicht criterium)
- Het moet een eigen belang zijn: geen belang van een ander.
- Het belang moet rechtstreeks betrokken zijn bij het besluit: er moet voldoende verband
zijn tussen de gevolgen van het besluit en het geraakte belang.
- Het moet gaan om een actueel belang: onzekere toekomstige ontwikkelingen spelen geen
rol. Het belang moet daadwerkelijk bestaan en niet een nog onzeker belang betreffen.
Week 3
• uitleggen wat het verschil is tussen een besluit van
algemene strekking en een beschikking;
BAS: Het karakter van een besluit wordt dus bepaald door de strekking of de inhoud ervan.
Een besluit van algemene strekking heeft betrekking op een onbepaald aantal gevallen en/of
personen. Een dergelijk besluit kan dus voor iedereen gelden.
Beschikkingen Het meest voorkomende besluit in het bestuursrecht is de beschikking.
