Aantekeningen hoofdstuk 6
6.1
Door de vele wetenschappelijke ontdekkingen in de 17 e eeuw groeide het vertrouwen in het
menselijk verstand. Door niet alles zo te geloven, maar te onderzoeken en logisch te redeneren
zouden mensen de wereld kunnen begrijpen en verbeteren.
Verlichting —> kritiek op samenleving en bestuur
Bestuur: koning moest niet meer alle macht hebben, omdat hij deze gekregen had van God.
Een goed bestuur moet het welzijn van het volk op rationele wijze verbeteren.
Samenleving: kritiek op voorrechten/privileges van de adel en geestelijkheid. Hierdoor was
er onnodig honger, armoede en uitbuiting.
Wat was dan wel de ideale bestuursvorm?
Locke: alle mensen hebben van nature dezelfde rechten. Als de regering faalt mag en volk
zich verzetten en hun afzetten.
Rousseau: de regering voert de algemene wil uit van het volk.
Montesquieu: Trias politica/scheiding der machten. Wetgevende-, uitvoerende- en
rechterlijke macht moeten onafhankelijk van elkaar functioneren.
6.2
Behalve geleerden discussieerde ook een grote groep over de oplossingen van misstanden in de
samenleving, zoals corruptie, armoede en bijgeloof. Velen waren kritisch over het bestuur van hun
land en over de kerk.
(2 vormen verlichtingen = verlicht absolutisme en ancien regiem)
Verlicht absolutisme: de koning is er voor het volk en niet andersom. Grootste voorbeeld: Frederik
de Grote (koning van pruisen).
Stelde religieuze vrijheid in
Stimuleerde wetenschap en kunst
Streefde naar scholing voor alle kinderen
Beperkte lijfstraffen
Echter…
Adel had nogsteeds privileges
Lijfeigenschap bleef bestaan
Verlichtingsidealen werden van bovenaf opgelegd, geen inspraak van volk
In Frankrijk —> Ancien Regime (= oud bestuur in het Frans)
1. Absolute vorst, met steun adel en geestelijken (kregen privileges)
2. Kritiek op de vorst werd niet gepubliceerd (censuur)
6.3
6.1
Door de vele wetenschappelijke ontdekkingen in de 17 e eeuw groeide het vertrouwen in het
menselijk verstand. Door niet alles zo te geloven, maar te onderzoeken en logisch te redeneren
zouden mensen de wereld kunnen begrijpen en verbeteren.
Verlichting —> kritiek op samenleving en bestuur
Bestuur: koning moest niet meer alle macht hebben, omdat hij deze gekregen had van God.
Een goed bestuur moet het welzijn van het volk op rationele wijze verbeteren.
Samenleving: kritiek op voorrechten/privileges van de adel en geestelijkheid. Hierdoor was
er onnodig honger, armoede en uitbuiting.
Wat was dan wel de ideale bestuursvorm?
Locke: alle mensen hebben van nature dezelfde rechten. Als de regering faalt mag en volk
zich verzetten en hun afzetten.
Rousseau: de regering voert de algemene wil uit van het volk.
Montesquieu: Trias politica/scheiding der machten. Wetgevende-, uitvoerende- en
rechterlijke macht moeten onafhankelijk van elkaar functioneren.
6.2
Behalve geleerden discussieerde ook een grote groep over de oplossingen van misstanden in de
samenleving, zoals corruptie, armoede en bijgeloof. Velen waren kritisch over het bestuur van hun
land en over de kerk.
(2 vormen verlichtingen = verlicht absolutisme en ancien regiem)
Verlicht absolutisme: de koning is er voor het volk en niet andersom. Grootste voorbeeld: Frederik
de Grote (koning van pruisen).
Stelde religieuze vrijheid in
Stimuleerde wetenschap en kunst
Streefde naar scholing voor alle kinderen
Beperkte lijfstraffen
Echter…
Adel had nogsteeds privileges
Lijfeigenschap bleef bestaan
Verlichtingsidealen werden van bovenaf opgelegd, geen inspraak van volk
In Frankrijk —> Ancien Regime (= oud bestuur in het Frans)
1. Absolute vorst, met steun adel en geestelijken (kregen privileges)
2. Kritiek op de vorst werd niet gepubliceerd (censuur)
6.3