100% satisfaction guarantee Immediately available after payment Both online and in PDF No strings attached 4.2 TrustPilot
logo-home
Class notes

Mens als Systeem

Rating
-
Sold
1
Pages
67
Uploaded on
24-09-2014
Written in
2013/2014

Goede uitwerking van alle college's. Bevat veel afbeeldingen (van de college's) om het te verduidelijken.

Institution
Course










Whoops! We can’t load your doc right now. Try again or contact support.

Written for

Institution
Study
Course

Document information

Uploaded on
September 24, 2014
Number of pages
67
Written in
2013/2014
Type
Class notes
Professor(s)
Unknown
Contains
All classes

Subjects

Content preview

Mens als systeem
Week 1: Voeding (Metabolisme)

2/9/13 Glucose huishouding - Horrevoets
160-200 gram glucose per dag  120-150 naar hersens
Voorraad glycogeen (190 gr) in de lever.
- Bij vasten is glc voorraad in 1 dag op

Hersenen continu glc nodig  kunnen geen eiwit/vet verbranden  backup: ketonlichamen
Organen hebben ieder andere voeding (eiwit, vet)

Glc in lever  glycogeen (minder deeltjes)  anders zouden levercellen door osmose barsten
- Na cola veel glc. Lever neemt t op en slaat het op dmv:

Gefaciliteerd transport
Na eten hoog [glc] buiten levercel  opname
Vasten  glycogeen afbraak  hoog glc in cel  afgifte

Bij een lage Km en Vmax heb je hoge affiniteit. Bij lage glc neem je het nog wel op (brain)
(hexokinase)
De lever heeft een hoge Km en Vmax(kan ook eiwit en vet gebruiken) (glucokinase)

Spieren en vetcellen nemen glc alleen op na een maaltijd.
- Na eten krijg je expressie Glut4 = membraan transporter (insuline gevoelig); zelfde
werking als gefaciliteerd transport. (hebben een Vmax)

Metabolisme (Ieder orgaan heeft een ander metabolisme!)
Glycolyse: glc  glc-6-fosfaat mbv glucokinase; in lever en pancreas (alleen na eten)
- Er zijn verschillende enzymen voor dezelfde sta: alle cellen hebben hexokinase (ipv
glucokinase)
- Glc-6-p is een competitieve remmer (remt het enzym)  alleen bij hexokinase! Niet in de lever
met glucokinase!

Glucokinase en hexokinase: isoenzymen (andere aminozuren, zelfde biochemische werking)

Door de negatieve terugkoppeling gaat de glycolyse niet hoger.
- Remming van het enzym door het product

Glc-6-fosfaat  glycogeen (in lever)  mbv fosforylase  glc vrij

Iedere cel kan glycogeen  glc.
- Lever kan als enige glc-6-p tot expressie brengen!! En glc vrij
geven aan het bloed!!

,Hormonen beïnvloeden glycogeen metabolisme
- Glycogeen- Fosforylase (Actief met P) en synthase (Actief zonder P) nooit
tegelijk actief !  anders nutteloze cyclus.
 Door andere conformatie met Phosphor  de ene actief en
de andere inactief met binden P.

Dat ze niet tegelijk werken wordt geregeld door hormoon afhankelijke (de)fosforylatie (binden van P
kost ATP)
- Glycogeen Fosforylase b actief door kinase
- Overmaat glc  synthase neemt toe!

Allosterisch enzym
Binden van een metaboliet buiten het actieve centrum. (substraat
bindt aan het actieve centrum)
Dit is een signaal molecuul dat een enzym aan en uit kan zetten

Allostere activatie: Activator AMP bindt  zorgt voor
conformatie verandering!  actief

Cel heeft 2 manieren van regulatie
- Hormoon regulering
- Metabolieten in de cel
 AMP en Fosforylatie hebben hetzelfde effect! (bv. Glycogeen fosforylatie
activatie.)
 In citroenzuurcyclus: ATP, NADH en FAD
In lever: AMP hoog, dan ATP laag  AMP bindt dan als allosterie om enzym te activeren



Pancreas maakt glucagon: glucose sensor  activeert glycogeen fosforylase in lever

G-eiwit geeft signaal door: ATP  cATP  activatie Kinase A
- Voordeel van de manier van aansturen: versterking van het signaal.
Door 1 beginstof worden vele cascades aangezet in de cel. Lawine
van activatie.

Glucagon en insuline  tegenovergestelde werking op enzym activatie.
- Glucagon: activatie  vele kinase (door binden P)
- Insuline: inactivatie  fosfatase (P eraf)

Hersenen zijn afhankelijk van glc. Backup: ketonlichamen

Ketonlichaam: Ac-CoA (vetzuren)  einde 2 Ac-CoA  in bloed  lever
kan het vet afbreken  citroenzuurcyclus (zo kan vetreserve hersens
voeden)

Uitzondering: (vrije vetzuren van) Ac CoA kan niet glc mee maken!!!!
- Van andere vrije vetzuren wel!

, Keys




Glycolyse en gluconeogenese
Lichaam behoud [glc] op 5 mM voor de hersens

Pancreas = glc sensor
Lever = regelt insuline/glucagon (hormonen)

NADH uit glycolyse wordt getransporteerd naar mitochondriën
(OXPHOS)

Controle glycolyse: bv hoeveelheid ATP
- Omzetting wordt gecontroleerd door NAD+
o NADH: geen Ac CoA gemaakt
 Genoeg NADH = geen/minder NAD+
dus geen omzetting meer

Pyruvaat omzetten: mitochondriën vs. Cytoplasma wordt bepaald
door O2 of overschot NADH/ATP




Anaerobe glycolyse: recyclen NADH en opruimen pyruvaat 
verzuren!!
- Reversibele reactie: andere cellen gebruiken het lactaat weer

Get to know the seller

Seller avatar
Reputation scores are based on the amount of documents a seller has sold for a fee and the reviews they have received for those documents. There are three levels: Bronze, Silver and Gold. The better the reputation, the more your can rely on the quality of the sellers work.
Mirrr8 Vrije Universiteit Amsterdam
Follow You need to be logged in order to follow users or courses
Sold
30
Member since
11 year
Number of followers
28
Documents
5
Last sold
2 year ago

3.7

6 reviews

5
1
4
3
3
1
2
1
1
0

Recently viewed by you

Why students choose Stuvia

Created by fellow students, verified by reviews

Quality you can trust: written by students who passed their tests and reviewed by others who've used these notes.

Didn't get what you expected? Choose another document

No worries! You can instantly pick a different document that better fits what you're looking for.

Pay as you like, start learning right away

No subscription, no commitments. Pay the way you're used to via credit card and download your PDF document instantly.

Student with book image

“Bought, downloaded, and aced it. It really can be that simple.”

Alisha Student

Frequently asked questions