1 Terreinverkenning
De mens is altijd meer dan de som der delen waaruit hij bestaat.
1.1 Doelstelling en plaatsbepaling
Kennis vormt het fundament waarop je gaat bouwen aan de specifieke aspecten van je vak.
Anatomie en fysiologie gericht op gezond lichamelijk functioneren van de mens.
Samenvattend zijn doelstelling en plaatsbepaling:
je hebt een zodanige kennis van en inzicht in de gezonde bouw en functie van het
menselijk lichaam, dat je voor je eigen vakgebied in de gezondheidszorg of de sport en
beweging rekening kunt houden met de mogelijkheden en beperkingen van de
menselijke lichamelijkheid
het is een steunvak; anatomie en fysiologie bieden een belangrijk fundament voor de
specifiek beroepsgerichte competenties
1.2 Anatomie + fysiologie = functionele anatomie
Om te weten hoe iets gebouwd is, kun je het 't beste uit elkaar halen. Anatomie (ontleedkunde):
opensnijden en ontleden van lichaam om de bouw te kunnen bestuderen en beschrijven, afgeleid
van het Oud-Grieks ('ana' (uiteen) en 'temnein' (snijden)).
Het meten van de functies van het levende lichaam wordt aangeduid met de term fysiologie, afgeleid
van 'phusis' (natuur) en 'logos' (leer) (gegevens zijn o.a. bloeddruk, zuurstofverbruik, samenstelling
van urine, ademfrequentie, spierkracht en hersenactiviteit).
1.2.1 Functionele anatomie
Vorm en bouw zijn bepalend voor de functiemogelijkheden. De functie van een orgaan heeft ook
invloed op de bouw ervan. Bouw en functie zijn dynamische variabelen: ze zijn nooit van elkaar te
scheiden. De combinatie wordt aangeduid met het begrip functionele anatomie, dat de bouw van
het menselijk lichaam in directe relatie met de lichaamsfuncties behandelt.
1.2.2 Onderzoeksmethoden
Inspectie: systematisch observeren van buitenkant lichaam.
Bij palpatie tast je met de handen en vingers het lichaamsoppervlak op zo'n manier af dat je iets te
weten komt over dieper gelegen structuren.
Bij percussie klop je aan de buitenkant op een deel van het lichaam om uit de hoogte van de toon
een indruk te krijgen over de toestand van het onderliggende weefsel.
Ausculatie: met stethoscoop luisteren naar geluiden die door het lichaam geproduceerd worden
Bij laboratoriumonderzoek worden weefsels en vloeistoffen, zoals bloed, speeksel of urine,
onderzocht.
Röntgenapparaat biedt de mogelijkheid om door middel van röntgenstraling opnamen te maken van
botten in lichaam. Kalkhoudende botten absorberen straling niet, in tegenstelling tot de omringende
zachtere weefsels (vandaar witte oplichting van botten).
De mens is altijd meer dan de som der delen waaruit hij bestaat.
1.1 Doelstelling en plaatsbepaling
Kennis vormt het fundament waarop je gaat bouwen aan de specifieke aspecten van je vak.
Anatomie en fysiologie gericht op gezond lichamelijk functioneren van de mens.
Samenvattend zijn doelstelling en plaatsbepaling:
je hebt een zodanige kennis van en inzicht in de gezonde bouw en functie van het
menselijk lichaam, dat je voor je eigen vakgebied in de gezondheidszorg of de sport en
beweging rekening kunt houden met de mogelijkheden en beperkingen van de
menselijke lichamelijkheid
het is een steunvak; anatomie en fysiologie bieden een belangrijk fundament voor de
specifiek beroepsgerichte competenties
1.2 Anatomie + fysiologie = functionele anatomie
Om te weten hoe iets gebouwd is, kun je het 't beste uit elkaar halen. Anatomie (ontleedkunde):
opensnijden en ontleden van lichaam om de bouw te kunnen bestuderen en beschrijven, afgeleid
van het Oud-Grieks ('ana' (uiteen) en 'temnein' (snijden)).
Het meten van de functies van het levende lichaam wordt aangeduid met de term fysiologie, afgeleid
van 'phusis' (natuur) en 'logos' (leer) (gegevens zijn o.a. bloeddruk, zuurstofverbruik, samenstelling
van urine, ademfrequentie, spierkracht en hersenactiviteit).
1.2.1 Functionele anatomie
Vorm en bouw zijn bepalend voor de functiemogelijkheden. De functie van een orgaan heeft ook
invloed op de bouw ervan. Bouw en functie zijn dynamische variabelen: ze zijn nooit van elkaar te
scheiden. De combinatie wordt aangeduid met het begrip functionele anatomie, dat de bouw van
het menselijk lichaam in directe relatie met de lichaamsfuncties behandelt.
1.2.2 Onderzoeksmethoden
Inspectie: systematisch observeren van buitenkant lichaam.
Bij palpatie tast je met de handen en vingers het lichaamsoppervlak op zo'n manier af dat je iets te
weten komt over dieper gelegen structuren.
Bij percussie klop je aan de buitenkant op een deel van het lichaam om uit de hoogte van de toon
een indruk te krijgen over de toestand van het onderliggende weefsel.
Ausculatie: met stethoscoop luisteren naar geluiden die door het lichaam geproduceerd worden
Bij laboratoriumonderzoek worden weefsels en vloeistoffen, zoals bloed, speeksel of urine,
onderzocht.
Röntgenapparaat biedt de mogelijkheid om door middel van röntgenstraling opnamen te maken van
botten in lichaam. Kalkhoudende botten absorberen straling niet, in tegenstelling tot de omringende
zachtere weefsels (vandaar witte oplichting van botten).