100% satisfaction guarantee Immediately available after payment Both online and in PDF No strings attached 4.2 TrustPilot
logo-home
Summary

VOLLEDIGE samenvatting mens, samenleving en economie schakelprogramma Handelswetenschappen KU Leuven Antwerpen

Rating
-
Sold
-
Pages
21
Uploaded on
29-12-2025
Written in
2025/2026

Dit is de volledige samenvatting voor het hele vak. Elk deel komt hier uitgebreid voor en beschikt over meer dan voldoende materiaal om voor je examen te slagen.

Institution
Course










Whoops! We can’t load your doc right now. Try again or contact support.

Written for

Institution
Study
Course

Document information

Uploaded on
December 29, 2025
Number of pages
21
Written in
2025/2026
Type
Summary

Subjects

Content preview

Mens, Samenleving en Economie (Psychologie) Deel 1: Belonen


(PSYCHOLOGIE) DEEL 1: BELONEN
1. Hoe komt menselijk gedrag tot stand?
 Gedragsdeterminanten:
o Gedrag = alles wat mensen doen of juist niet doen
o Psychosociale factoren (na geboorte): opvoeding, gezinsfactoren, vrienden, relaties,
omgevingsfactoren, ervaringen en emoties
o Aanlegfactoren (voor geboorte): erfelijkheid, persoonlijkheid, temperament
o Organische factoren: lichamelijk, biochemische en hormonale factoren
 Behavioristische visie:
o Gedrag is alles wat we kunnen zien en dus meten: alle menselijk gedrag is aangeleerd en
aan te leren; hoe en wat we leren, wordt bepaald door relatie tussen mens en omgeving




 Cognitivistische visie:
o Gedrag is meer dan wat uiterlijk waarneembaar is: het is het resultaat van een uniek
cognitief patroon van waarneming en interpretatie van ervaringen
 Humanistische visie:
o De mens reageert niet enkel op omgeving, maar doet dit met doel om zichzelf te ontwikkelen
en te groeien
 Organisatiegedrag:
o Link met cognitieve processen (kennis, herinneringen, verwachtingen…) en menselijke
doelen die iemand wilt bereiken  beloningen = waardevolle dingen die aan werknemers
geboden worden in ruil voor hun arbeid




2. Waarom mensen belonen om gedrag te beïnvloeden?
 Theorieën uit management:
o Agency theorie: in relatie tussen principaal (werkgever) en agent (werknemer) zal
werknemer bij het uitvoeren van taken voor werkgever niet alleen de belangen van
opdrachtgever nastreven, maar ook de eigen belangen  werkgever moet werknemer dus
controleren en diens gedrag beïnvloeden d.m.v. beloningen
o Stewardship theorie: werknemer (steward) stelt zijn belangen ondergeschikt aan die van
werkgever waardoor werknemer gemotiveerd is om organisatiedoelen te behalen ook zonder
beloningen
 Theorieën uit psychologie (McGregor):
o Theorie X: aanname dat werknemers lui zijn, verantwoordelijkheid vermijden, niet loyaal zijn
en beloningen en controle nodig hebben
o Theorie Y: aanname dat werknemers creatief zijn, werken leuk vinden, verantwoordelijkheid
nastreven en eigen weg kunnen vinden
 Rationeel-economische mens:
o Taylorisme, scientific management, bureaucratie, productiviteit en kwantiteit, controle,
financiële beloningen
 Sociaal en ontplooide mens:
o Nieuwe manieren van werken, inspraak, teamwerk, innovatie en kwaliteit
 Selffulfilling prophecy:
o Een manager handelt op basis van zijn/haar aanname: werknemers worden beïnvloed door
aanname en gaan zich gaandeweg als dusdanig gedragen  het eerste mensbeeld maakt
beloningen noodzakelijk, het tweede mensbeeld maakt ze minder/niet noodzakelijk

,Mens, Samenleving en Economie (Psychologie) Deel 1: Belonen
 Tweefactoren theorie van Herzberg:
o Intrinsieke (taakgebonden) <> extrinsieke (consequenties)
 Interne factoren: gerelateerd aan voldoening en motivatie = persoonlijke prestaties,
erkenning, verantwoordelijkheid, werk op zich, carrièremogelijkheden…
 Externe factoren: gerelateerd aan ontevredenheid = supervisie, bedrijfsbeleid, relatie
met supervisor, werkomstandigheden, salaris, privéleven, status, zekerheid…
Financiële beloningen leiden niet altijd structureel tot hogere werktevredenheid:
Niet voldaan aan externe factoren? Ontevreden
Wel voldaan aan externe factoren? Neutraal
Voldaan aan externe EN interne factoren? Tevreden

3. Waarmee belonen?
3.1 Extrinsieke beloningen
 Bekrachtigingstheorie (Skinner):
o Aanname dat gedrag bepaalt wordt door gevolgen van gedrag zelf
o Gedrag komt tot stand door leerprocessen (operante conditionering): door externe oorzaken
o Gedrag wordt bepaald door als-dan-beloningen (bekrachtigers en bestraffers) die kans
vergroten of verkleinen dat gedrag wordt herhaald
 Mensen zullen op gewenste manier presteren als ze hiervoor beloond (genegeerd of
gestraft = klassieke economische visie & behaviorisme) worden
 Soorten consequenties:
o Soorten bekrachtigers (doet gedrag toenemen):
 Positief: aanbieden van aangename stimulus na respons
 Negatief: weghalen van ongewenste stimulus na respons
o Soorten bestraffingen (doet gedrag afnemen):
 Positief: toekenning of presentatie van ongewenste stimulus na respons
 Negatief: wegnemen/verwijderen van aangename stimulus na respons
o Gradaties van bekrachtiging:
 Continue bekrachtiging
 Partiële (intermitterende) bekrachtiging
o Uitdoving: wegblijven van consequenties of habituatie aan een consequentie waardoor
gedrag afneemt
 Principes van conditionering:
o Consequenties is niet per se iets materieel
o Consequentie moet onmiddellijk en met goede intensiteit
o Wet van effect is asymmetrisch – beter bekrachtigen dan bestraffen:
 Effect is van korte duur en kan verdwijnen
 Straf roept vaak vluchtgedrag of agressie op
 Boodschap dat gebruik van dwang of agressie legitiem of geoorloofd is
 Straf kan het aanleren van nieuwe en betere responsen hinderen
 Speed game lottery:
o
 Problemen met extrinsieke beloningen:
o Cobra-effect: door belonen van gedrag kan het gedrag zelf veranderen omwille van beloning
 Bv. bonussen voor verlaging van bedrijfsongevallen (risico: nog steeds evenveel
ongevallen, maar nu worden ze niet meer aangegeven om toch beloning te krijgen)
o Crowding-out effect: iemand die reeds intrinsiek gemotiveerd is, door hem/haar extrinsiek te
motiveren d.m.v. beloning  nu minder intrinsiek gemotiveerd (en dus gedrag afnemen)
 Bonussen:
o Werken goed bij eenvoudige taken: taak met één correcte oplossing, duidelijke
verwachtingen van de oplossing
o Werken niet goed bij complexe taken (kunnen zelfs averechts werken): taak die creativiteit
en samenwerking vereist; hoe hoger de beloning, hoe langer de persoon over complexe taak
doet  focus verschuift van oplossen van probleem naar z.s.m. garanderen van beloning

, Mens, Samenleving en Economie (Psychologie) Deel 1: Belonen

3.2 Motiverend werk
 Taakkenmerken model (Hackman & Oldham): theorie stelt dat een job des te motiverender is
naarmate de aanwezigheid van vijf basiskenmerken
o Taakrotatie: vergroten van aantal
gelijkaardige taken dat beurtelings moet
worden uitgevoerd
o Taakverbreding: vergroten van aantal
verschillende taken dat achtereenvolgens
moet worden uitgevoerd
o Taakverrijking: verhogen van mate van
autonomie en verantwoordelijkheid bij taakuitvoering

3.3 Zelfbepaling
 Zelf-determinatie theorie:
o Recente motivatietheorie die stelt dat wanneer mensen activiteit uitvoeren vanuit eigen
authentieke basisbehoeften ze grote kans hebben op blijvende motivatie voor activiteit
o Optimaal functioneren in stimulerende omgeving, een die tegemoetkomt aan 3
basisbehoeften: autonomie (zelfstandig), competentie (taken) en verbondenheid (collega’s)
 Hoe beter voldaan aan deze basisbehoeften, hoe kwalitatiever iemands motivatie om iets
te doen en hoe beter mensen zich er over voelen (verschillende types motivatie =
humanistische visie)
o Gecontroleerde motivatie (extrinsiek): verzoek, dwang, druk
o Autonome motivatie (intrinsiek): plezier en interesse, waarden en overtuigingen
 Ontstaat wanneer 3 basisbehoeften bevredigd zijn (effectiever dan gecontroleerde m.)
 Autonomie: keuze toelaten, druk
minimaliseren, initiatief aanmoedigen
 Competentie: relatie gedragsuitkomsten,
duidelijke en realistische verwachtingen,
positieve feedback
 Verbondenheid: emotionele steun, oprechte
interesse, empathie



4. Belang van vertrouwen
4.1 Rechtvaardigheid van opbrengsten
 Rechtvaardigheidstheorie (Adams):
o Theorie die stelt dat werknemers datgene wat
ze uit hun werk halen (uitkomsten) zien in
relatie tot wat ze erin stoppen (inspanningen)
 In geval van onrechtvaardigheden
(negatief en positief) zullen werknemers
hier iets aan proberen te doen  klagen,
inspanning aanpassen, andere
vergelijkingspersoon nemen, ontslag
nemen…
 Soorten rechtvaardigheid:
o Verdelende: waargenomen redelijkheid van hoeveelheid en verdeling van beloningen over
individuen (invloed op tevredenheid werknemers)
o Procedurele: waargenomen redelijkheid van proces dat wordt gebruikt om verdeling van
beloningen vast te stellen (beïnvloedt betrokkenheid van werknemer bij organisatie)
o Interactionele: waargenomen correctheid, fairheid en menselijkheid waarmee er over
beloningen gecommuniceerd wordt
$6.05
Get access to the full document:

100% satisfaction guarantee
Immediately available after payment
Both online and in PDF
No strings attached

Get to know the seller
Seller avatar
bastijnsmattijs

Get to know the seller

Seller avatar
bastijnsmattijs Katholieke Universiteit Leuven
Follow You need to be logged in order to follow users or courses
Sold
New on Stuvia
Member since
14 hours
Number of followers
0
Documents
9
Last sold
-

0.0

0 reviews

5
0
4
0
3
0
2
0
1
0

Recently viewed by you

Why students choose Stuvia

Created by fellow students, verified by reviews

Quality you can trust: written by students who passed their tests and reviewed by others who've used these notes.

Didn't get what you expected? Choose another document

No worries! You can instantly pick a different document that better fits what you're looking for.

Pay as you like, start learning right away

No subscription, no commitments. Pay the way you're used to via credit card and download your PDF document instantly.

Student with book image

“Bought, downloaded, and aced it. It really can be that simple.”

Alisha Student

Frequently asked questions