1. Inleidend
Het individuele arbeidsrecht is de relatietussen de individuele werkgever en werknemer.
Boek 7 titel 10. Hierin staat onder meer:
Bepalingen over de arbeidsovereenkomst Belangrijkste rechtsbronnen:
Loon, vakantie en verlof - De wet
Gelijke behandeling - De Cao
Rechten en plichten van werkgever én werknemer - Jurisprudentie
Bijzondere bedingen (proeftijd en concurrentiebeding)
Overgang van onderneming
Einde van de arbeidsovereenkomst
Uitzendovereenkomst
Onder het collectieve arbeidsrecht wordt gezien:
Wet op de collectie arbeidsovereenkomst (Wet CAO)
Wet op het algemeen verbindend en het onverbindend verklaren van bepalingen van
de collectieve arbeidsovereenkomst (Wet AVV)
Wet op de ondernemingsraden (WOR)
1.1 Afwijkingen van bepalingen in het BW
Er kan niet altijd worden afgeweken van boek 7 BW. Niet bij de individuele overeenkomst en
ook niet bij CAO. Deze bepalingen zijn dwingend recht. (Art. 7:652 lid 8 BW).
Bij semidwingend recht kan wel worden afgeweken bij schriftelijke overeenkomst. (art. 7:628
lid 5 BW). Er staat nadrukkelijk ‘’kan worden uitgesloten…’’
Soms mag alléén bij cao worden afgeweken. Dit gaat om het driekwart dwingend recht. (Art.
7:668a BW).
LET OP: Lees dus altijd het hele artikel tot het eind, want soms staat er pas in het laatste lid
van het artikel dat er afgeweken kan worden bij cao of individuele arbeidsovereenkomst!
1.2 Cao
De invloed van een cao op de individuele arbeidsovereenkomst is groot. Er staan belangrijke
zaken die niet in het BW geregeld zijn, zoals loonsverhoging, werktijden, verlofregelingen,
reiskostenvergoeding en toeslagen.
De cao is een overeenkomst tussen (een) werkgever(s) of werkgeversorganisatie(s) aan de
ene kant en (een) werknemersorganisatie(s) aan de andere kant. Hierbij worden
arbeidsvoorwaarden voor grotere groepen werknemers afgesproken. Er bestaat zowel een
cao voor een hele bedrijfstak als voor een specifieke onderneming; de ondernemings-cao.
Minimum- en standaard-cao
Een werkgever mag alleen een aanpassing doen ten gunste van de werknemer. Dit zijn
veruit de meeste cao’s en wordt ook wel minimum-cao genoemd. Bij een standaard cao mag
er ten gunste en ongunste van de werknemer worden afgeweken van de cao.
, De cao wordt voor een bepaalde tijd afgesloten en eindigt door opzegging of van
rechtswege na een of twee jaar. Als hij is geëindigd werkt hij door totdat er een nieuwe cao
is afgesloten. Er bestaat dan wel opnieuw contractsvrijheid, maar meestal wacht men rustig
af wat de nieuwe cao bepaalt.
2. De arbeidsovereenkomst
2.1 Het belang van de arbeidsovereenkomst.
Het tegen beloning verrichten van arbeid kent volgens de wet drie categorieën:
De arbeidsovereenkomst (art. 7:610 BW)
o Loon betalen
o Gezagsverhouding
o Arbeid verrichten
De aannemingsovereenkomst
o Werk van stoffelijke aard
o Aanbesteder betaalt een bepaalde prijs
o Geen dienstbetrekking
De overeenkomst van opdracht
o Opdrachtnemer verbindt zich tegenover opdrachtgever, werkzaamheden te
verrichten
o Er is GEEN gezagsverhouding
o Werkzaamheden zijn anders dan werk van stoffelijke aard.
Bij een arbeidsovereenkomst is sprake van onzelfstandige arbeid. De werknemer is
financieel afhankelijk van zijn werkgever. Als de werkgever besluit over te gaan op ontslag,
is de werknemer zijn inkomen kwijt.
Tot zekere hoogte is er compensatie voor de machtsongelijkheid tussen werkgever en
werknemer. Deze regels gelden niet als er sprake is van zelfstandige arbeid, dus bij
overeenkomst van opdracht of de aannemingsovereenkomst.
Let op: Het is dus belangrijk om te weten of er sprake is van een arbeidsovereenkomst om
op bepaalde regels beroep te kunnen doen.
Als dit het geval is gelden de volgende bepalingen sowieso:
Alle bepalingen van boek 7 titel 10 BW zijn van toepassing
De werknemer is verplicht verzekerd (van rechtswege) voor de
werknemersverzekeringen; Ziektewet, wet WIA en de WW. Onder bepaalde
voorwaarden kan de arbeidsongeschikte werknemer een uitkering krijgen.
De Wet minimumloon en minimumvakantiebijslag is van toepassing (WMM), ook
de arbeidstijdenwet en de wet flexibel werken.
Vaak vallen werkgever en werknemer onder een al dan niet algemeen
verbindend verklaarde cao. Deze bepalingen gaan dan voor op de bepalingen in
de individuele arbeidsovereenkomst of ze vullen deze aan.
Als er minstens 50 werknemers in dienst zijn, dient de onderneming een
ondernemingsraad in te stellen. De Wet op de ondernemingsraden (WOR) is dan
verplicht.
Europese of internationale regelgeving is van belang. Zoals het stakingsrecht
(art. 6 lid 4 Europees sociaal handvest).