Voorbeeldvragen: Geschiedenis van de Moderne en Hedendaagse Tijd.
Bespreek de Engelse kolonisatie. ........................................................................................... 4
“Napoleon zijn dood betekende het einde van de Franse revolutie.” Verdedig of bekritiseer. . 5
“De democratie is van de Franse Revolutie tot nu in een rechte lijn vooruit gegaan" Zeg of je
akkoord gaat of niet met de stelling en beargumenteer. .......................................................... 6
Bespreek de val van het Ottomaanse Rijk en hoe dat leidde tot de opkomst van de jonge
turken en de stichting van Turkije. ......................................................................................... 7
Bespreek de oorzaken, verloop en gevolgen van de eerste industriële revolutie. ..................... 8
Vergelijk de eerste en tweede Industriële Revolutie. .............................................................10
Vergelijk de oorzaken van de eerste wereldoorlog met de oorzaken van de tweede
wereldoorlog: bespreek gelijkenissen en verschillen. ............................................................11
Bespreek het imperialisme in de negentiende eeuw. ..............................................................12
Vergelijk het Congres van Wenen met de verdragen van Parijs. ............................................13
Bespreek het buitenlands beleid van GB in de lange negentiende eeuw. ................................14
Bespreek kolonialisme in vogelvlucht. ..................................................................................15
Leg de Derde Franse Republiek uit. ......................................................................................16
Geef een overzicht van Mussolini's politieke carrière voor en tijdens de tweede wereldoorlog.
Maak gelijkenissen en verschillen tussen zijn beleid en dat van Adolf Hitler. .......................17
Hoe verliep de dekolonisatie van de Britse Afrikaanse kolonies en welke invloed had dit op
de naburige koloniale landen zoals België? ...........................................................................19
Leg de verschillende -ismen van de 19e eeuw uit. .................................................................20
Leg uit: Oost-Europa tijdens de Koude Oorlog .....................................................................21
Leg uit: Italiaanse eenmaking. ..............................................................................................22
Geef een overzicht van het ontstaat van het Duits nationalisme tot aan Wereldoorlog 1. .......23
Schets het bestuur van Mussolini van zijn opkomst tot zijn val. ............................................24
Leg uit: het buitenlands beleid van de VS In de lange 19e eeuw............................................25
Leg de oorzaken en het verloop van Wereldoorlog I uit. .......................................................26
Vergelijk de eenmaking van Italië met deze van Duitsland. (Waarom had Duitsland niet zo’n
persoon als Garibaldi) ...........................................................................................................27
Bespreek de communistische wereld vanaf Stalin. ................................................................28
Leg uit: de opgang en afbraak van de Westerse democratieën. ..............................................29
Vergelijk de dictaturen en democratieën in het interbellum. ..................................................30
Leg de eenmaking van Duitsland uit. ....................................................................................31
Bespreek de Duitse ruimte vanaf de Rijnbond tot de Noord-Duitse bond. .............................32
Bespreek de eerste 5 jaar van de Koude Oorlog. ...................................................................33
Geef de verschillende fasen van de Franse Revolutie. ...........................................................34
Bespreek de evolutie van politieke ideologieën in de negentiende eeuw. ...............................35
1
,Bespreek de geschiedenis van Polen in de negentiende en twintigste eeuw. ..........................36
Bespreek het kolonisatieproces van Afrika. (scramble for Africa) .........................................37
Bespreek de Russische revoluties (1905 en 1917). ................................................................38
Leg de evolutie van het communisme uit. (Hoe verhoudde de Sovjet-Unie zich tegenover de
rest van de wereld, en in het bijzonder China) .......................................................................39
Bespreek: Westers Imperialisme is niet van toepassing op China. .........................................40
Bespreek de kolonisatie van India. ........................................................................................41
Leg de geschiedenis van het Midden-Oosten uit na 1945. .....................................................42
Wat waren de internationale gevolgen van de Beurscrash? Wat was de inleiding, wat hield het
in, en voornamelijk de politieke en economische gevolgen voor Europa. ..............................43
Bespreek de verschillen van de Afrikaanse dekolonisatie met die van de Aziatische
dekolonisatie. .......................................................................................................................44
Geef de geschiedenis van Pruisen na het congres van Wenen. ...............................................45
Bespreek de geschiedenis van Joegoslavië. ...........................................................................46
Licht de geschiedenis van Pruisen toe. ..................................................................................47
Bespreek de dekolonisatie van het Amerikaanse continent. ...................................................48
Bespreek China tijdens de burgeroorlog................................................................................49
Bespreek de relatie tussen de VS en Japan over de gehele moderne en hedendaagse tijd. ......50
Geschiedenis van Japan en zijn betrekking met Westerse landen ..........................................51
Geef de oorzaken van de Franse Revolutie............................................................................52
Bespreek de Koude Oorlog tussen de jaren 1960 en 1970. ....................................................53
Bespreek de drukkingsgroepen in de lange negentiende eeuw. ..............................................54
Bespreek Israël tijdens de Koude Oorlog. .............................................................................55
Bespreek het Duitse keizerrijk (2&3). ...................................................................................56
Bespreek de revoluties van 1848. ..........................................................................................57
Bespreek de economische en politieke heropbouw van Europa na wereldoorlog II................58
Bespreek dubbelmonarchie Oostenrijk-Hongarije. ................................................................59
Bespreek de Koude Oorlog na 1953. .....................................................................................60
Bespreek Duitsland na Wereldoorlog II (opdeling BDR/DDR en beleid). .............................61
Licht de economische en politieke situatie toe van landen in centraal en Oost-Europa na 1989.
.............................................................................................................................................62
Schets de politieke en territoriale ontwikkeling van de VS in de lange 19de eeuw. .................63
Vergelijk de verdragen van Parijs (WOI) met de conferentie van Yalta en Potsdam (WOII)
(Zeker situatie Polen vermelden.) .........................................................................................64
Bespreek de geschiedenis van India. .....................................................................................66
Vergelijk het totalitarisme van Stalin met dat van Hitler. ......................................................67
Bespreek de val van het communisme in Europa. .................................................................68
Bespreek de Oost-Europese revoluties tijdens het interbellum. .............................................69
2
,Bespreek, zeer algemeen, de demografische tendensen van de ganse moderne en hedendaagse
periode. ................................................................................................................................70
Het congres van Wenen, de spelers, hun standpunten en gevolgen voor Europa. ...................71
Geef het belang van de Franse Revolutie op korte en lange termijn. ......................................72
Bespreek het HR vanaf het Congres van Wenen. ..................................................................73
Bespreek de tweede wereldoorlog. ........................................................................................74
Geef een overzicht van socialisme in de lange 19de eeuw. .....................................................75
Bespreek de invallen van Europa in China. ...........................................................................76
Beschrijf de verhouding tussen de monarchie en republiek in het 19de -eeuwse Frankrijk. .....77
Bespreek de buitenlandse politiek van de Sovjet-Unie. .........................................................78
Bespreek Rusland ten tijde van Lenin en Stalin. ....................................................................79
Licht het verloop van de koude oorlog toe ............................................................................80
Behandel de opzet en het effectieve optreden van de Volkenbond en maak een evaluatie......81
Overloop de geschiedenis vh Habsburgse Rijk van het einde vd 18de eeuw tot de Eerste
Wereldoorlog .......................................................................................................................82
De eerste wereldoorlog is een totale oorlog: leg uit ...............................................................83
Belicht de zwakte van het democratisch stelsel tijdens het interbellum in Europa..................84
Analyseer de dekolonisering van Azië ..................................................................................85
Overloop de regimewisselingen in FR van 1789 tot 1958......................................................86
Geef de geschiedenis van het HR vanaf 1815 tot de Augsleich .............................................87
Bespreek de Franse kolonisatie (van de Franse revolutie tot het einde). ................................88
Bespreek de Britse buitenlandse politiek met betrekking tot Europa. ....................................89
Bespreek het verschil tussen de Britse en Franse buitenlandse politiek tussen 1800-1850 en
motiveer voor beide landen waarom gekozen werd voor het beleid. ......................................90
Bespreek de evolutie van het Roomse Rijk der Duitse Natie tot de Duitse Bond. ..................91
Bespreek Italië onder Mussolini............................................................................................92
Bespreek de Sovjet-Unie na 1945. ........................................................................................93
Schets de dekolonisering van Afrika (aan de hand van drie casussen, Ghana;Algerije en
Belgisch Congo). ..................................................................................................................94
3
, Bespreek de Engelse kolonisatie.
Britse kolonisatie verwijst naar het proces waarbij Groot-Brittannië zijn overzeese gebieden
uitbreidde en kolonies stichtte, met name in de 18e, 19e en vroege 20e eeuw. De Britse kolonisatie
had een aanzienlijke invloed op de wereld, vooral op het gebied van politiek, economie, cultuur en
sociale structuur.
Het Britse Rijk was een van de grootste rijken in de geschiedenis en besloeg op zijn hoogtepunt bijna
een kwart van het landoppervlak van de wereld. De Britse kolonisatie begon in het begin van de 17e
eeuw met de vestiging van Jamestown, Virginia, en duurde meer dan drie eeuwen, waarbij de Britten
kolonies stichtten in Noord-Amerika, het Caribisch gebied, Afrika, Azië en de Stille Oceaan.
De motivaties achter de Britse kolonisatie waren voornamelijk economisch, politiek en religieus.
Britse koloniën werden gesticht om natuurlijke hulpbronnen zoals mineralen en grondstoffen te
exploiteren en om handelsnetwerken op te zetten die de Britse economie ten goede zouden komen.
De Britten wilden ook hun politieke macht en invloed uitbreiden, met name in gebieden als India,
waar zij controle konden uitoefenen over lokale heersers en regeringen. Religie was ook een factor:
veel Britse kolonies werden gesticht als toevluchtsoorden voor religieuze minderheden, zoals de
puriteinen in Noord-Amerika.
Het effect van de Britse kolonisatie was zowel positief als negatief. Aan de ene kant bracht de Britse
kolonisatie economische ontwikkeling, infrastructuur en modernisering in veel regio's van de wereld.
In India, bijvoorbeeld, introduceerden de Britten moderne technologieën zoals spoorwegen,
telegraaf en moderne rechtssystemen. De Britten introduceerden ook onderwijs en hielpen een
moderne bureaucratie op te zetten.
Anderzijds had de Britse kolonisatie ook veel negatieve gevolgen. De Britten exploiteerden vaak de
natuurlijke hulpbronnen en de arbeid van hun koloniën, en dwongen de lokale bevolking te werken
onder gevaarlijke en uitbuitende omstandigheden. In veel gevallen legden de Britten ook hun cultuur
en waarden op aan de lokale bevolking, wat leidde tot de erosie van traditionele culturen en talen.
Bovendien regeerden de Britten hun koloniën vaak met ijzeren vuist, waarbij ze geweld en
onderdrukking gebruikten om hun controle te handhaven.
Vandaag is de erfenis van de Britse kolonisatie nog steeds voelbaar in vele delen van de wereld. Veel
voormalige Britse koloniën worstelen nog steeds met de erfenis van economische uitbuiting en
culturele verdwijning, terwijl andere koloniën erin geslaagd zijn voort te bouwen op de infrastructuur
en systemen die tijdens de koloniale periode zijn opgezet om economische en sociale ontwikkeling te
bewerkstelligen. In het algemeen is de impact van de Britse kolonisatie een complex en veelzijdig
onderwerp dat nog steeds wordt besproken door wetenschappers, beleidsmakers en
gemeenschappen over de hele wereld.
4
Bespreek de Engelse kolonisatie. ........................................................................................... 4
“Napoleon zijn dood betekende het einde van de Franse revolutie.” Verdedig of bekritiseer. . 5
“De democratie is van de Franse Revolutie tot nu in een rechte lijn vooruit gegaan" Zeg of je
akkoord gaat of niet met de stelling en beargumenteer. .......................................................... 6
Bespreek de val van het Ottomaanse Rijk en hoe dat leidde tot de opkomst van de jonge
turken en de stichting van Turkije. ......................................................................................... 7
Bespreek de oorzaken, verloop en gevolgen van de eerste industriële revolutie. ..................... 8
Vergelijk de eerste en tweede Industriële Revolutie. .............................................................10
Vergelijk de oorzaken van de eerste wereldoorlog met de oorzaken van de tweede
wereldoorlog: bespreek gelijkenissen en verschillen. ............................................................11
Bespreek het imperialisme in de negentiende eeuw. ..............................................................12
Vergelijk het Congres van Wenen met de verdragen van Parijs. ............................................13
Bespreek het buitenlands beleid van GB in de lange negentiende eeuw. ................................14
Bespreek kolonialisme in vogelvlucht. ..................................................................................15
Leg de Derde Franse Republiek uit. ......................................................................................16
Geef een overzicht van Mussolini's politieke carrière voor en tijdens de tweede wereldoorlog.
Maak gelijkenissen en verschillen tussen zijn beleid en dat van Adolf Hitler. .......................17
Hoe verliep de dekolonisatie van de Britse Afrikaanse kolonies en welke invloed had dit op
de naburige koloniale landen zoals België? ...........................................................................19
Leg de verschillende -ismen van de 19e eeuw uit. .................................................................20
Leg uit: Oost-Europa tijdens de Koude Oorlog .....................................................................21
Leg uit: Italiaanse eenmaking. ..............................................................................................22
Geef een overzicht van het ontstaat van het Duits nationalisme tot aan Wereldoorlog 1. .......23
Schets het bestuur van Mussolini van zijn opkomst tot zijn val. ............................................24
Leg uit: het buitenlands beleid van de VS In de lange 19e eeuw............................................25
Leg de oorzaken en het verloop van Wereldoorlog I uit. .......................................................26
Vergelijk de eenmaking van Italië met deze van Duitsland. (Waarom had Duitsland niet zo’n
persoon als Garibaldi) ...........................................................................................................27
Bespreek de communistische wereld vanaf Stalin. ................................................................28
Leg uit: de opgang en afbraak van de Westerse democratieën. ..............................................29
Vergelijk de dictaturen en democratieën in het interbellum. ..................................................30
Leg de eenmaking van Duitsland uit. ....................................................................................31
Bespreek de Duitse ruimte vanaf de Rijnbond tot de Noord-Duitse bond. .............................32
Bespreek de eerste 5 jaar van de Koude Oorlog. ...................................................................33
Geef de verschillende fasen van de Franse Revolutie. ...........................................................34
Bespreek de evolutie van politieke ideologieën in de negentiende eeuw. ...............................35
1
,Bespreek de geschiedenis van Polen in de negentiende en twintigste eeuw. ..........................36
Bespreek het kolonisatieproces van Afrika. (scramble for Africa) .........................................37
Bespreek de Russische revoluties (1905 en 1917). ................................................................38
Leg de evolutie van het communisme uit. (Hoe verhoudde de Sovjet-Unie zich tegenover de
rest van de wereld, en in het bijzonder China) .......................................................................39
Bespreek: Westers Imperialisme is niet van toepassing op China. .........................................40
Bespreek de kolonisatie van India. ........................................................................................41
Leg de geschiedenis van het Midden-Oosten uit na 1945. .....................................................42
Wat waren de internationale gevolgen van de Beurscrash? Wat was de inleiding, wat hield het
in, en voornamelijk de politieke en economische gevolgen voor Europa. ..............................43
Bespreek de verschillen van de Afrikaanse dekolonisatie met die van de Aziatische
dekolonisatie. .......................................................................................................................44
Geef de geschiedenis van Pruisen na het congres van Wenen. ...............................................45
Bespreek de geschiedenis van Joegoslavië. ...........................................................................46
Licht de geschiedenis van Pruisen toe. ..................................................................................47
Bespreek de dekolonisatie van het Amerikaanse continent. ...................................................48
Bespreek China tijdens de burgeroorlog................................................................................49
Bespreek de relatie tussen de VS en Japan over de gehele moderne en hedendaagse tijd. ......50
Geschiedenis van Japan en zijn betrekking met Westerse landen ..........................................51
Geef de oorzaken van de Franse Revolutie............................................................................52
Bespreek de Koude Oorlog tussen de jaren 1960 en 1970. ....................................................53
Bespreek de drukkingsgroepen in de lange negentiende eeuw. ..............................................54
Bespreek Israël tijdens de Koude Oorlog. .............................................................................55
Bespreek het Duitse keizerrijk (2&3). ...................................................................................56
Bespreek de revoluties van 1848. ..........................................................................................57
Bespreek de economische en politieke heropbouw van Europa na wereldoorlog II................58
Bespreek dubbelmonarchie Oostenrijk-Hongarije. ................................................................59
Bespreek de Koude Oorlog na 1953. .....................................................................................60
Bespreek Duitsland na Wereldoorlog II (opdeling BDR/DDR en beleid). .............................61
Licht de economische en politieke situatie toe van landen in centraal en Oost-Europa na 1989.
.............................................................................................................................................62
Schets de politieke en territoriale ontwikkeling van de VS in de lange 19de eeuw. .................63
Vergelijk de verdragen van Parijs (WOI) met de conferentie van Yalta en Potsdam (WOII)
(Zeker situatie Polen vermelden.) .........................................................................................64
Bespreek de geschiedenis van India. .....................................................................................66
Vergelijk het totalitarisme van Stalin met dat van Hitler. ......................................................67
Bespreek de val van het communisme in Europa. .................................................................68
Bespreek de Oost-Europese revoluties tijdens het interbellum. .............................................69
2
,Bespreek, zeer algemeen, de demografische tendensen van de ganse moderne en hedendaagse
periode. ................................................................................................................................70
Het congres van Wenen, de spelers, hun standpunten en gevolgen voor Europa. ...................71
Geef het belang van de Franse Revolutie op korte en lange termijn. ......................................72
Bespreek het HR vanaf het Congres van Wenen. ..................................................................73
Bespreek de tweede wereldoorlog. ........................................................................................74
Geef een overzicht van socialisme in de lange 19de eeuw. .....................................................75
Bespreek de invallen van Europa in China. ...........................................................................76
Beschrijf de verhouding tussen de monarchie en republiek in het 19de -eeuwse Frankrijk. .....77
Bespreek de buitenlandse politiek van de Sovjet-Unie. .........................................................78
Bespreek Rusland ten tijde van Lenin en Stalin. ....................................................................79
Licht het verloop van de koude oorlog toe ............................................................................80
Behandel de opzet en het effectieve optreden van de Volkenbond en maak een evaluatie......81
Overloop de geschiedenis vh Habsburgse Rijk van het einde vd 18de eeuw tot de Eerste
Wereldoorlog .......................................................................................................................82
De eerste wereldoorlog is een totale oorlog: leg uit ...............................................................83
Belicht de zwakte van het democratisch stelsel tijdens het interbellum in Europa..................84
Analyseer de dekolonisering van Azië ..................................................................................85
Overloop de regimewisselingen in FR van 1789 tot 1958......................................................86
Geef de geschiedenis van het HR vanaf 1815 tot de Augsleich .............................................87
Bespreek de Franse kolonisatie (van de Franse revolutie tot het einde). ................................88
Bespreek de Britse buitenlandse politiek met betrekking tot Europa. ....................................89
Bespreek het verschil tussen de Britse en Franse buitenlandse politiek tussen 1800-1850 en
motiveer voor beide landen waarom gekozen werd voor het beleid. ......................................90
Bespreek de evolutie van het Roomse Rijk der Duitse Natie tot de Duitse Bond. ..................91
Bespreek Italië onder Mussolini............................................................................................92
Bespreek de Sovjet-Unie na 1945. ........................................................................................93
Schets de dekolonisering van Afrika (aan de hand van drie casussen, Ghana;Algerije en
Belgisch Congo). ..................................................................................................................94
3
, Bespreek de Engelse kolonisatie.
Britse kolonisatie verwijst naar het proces waarbij Groot-Brittannië zijn overzeese gebieden
uitbreidde en kolonies stichtte, met name in de 18e, 19e en vroege 20e eeuw. De Britse kolonisatie
had een aanzienlijke invloed op de wereld, vooral op het gebied van politiek, economie, cultuur en
sociale structuur.
Het Britse Rijk was een van de grootste rijken in de geschiedenis en besloeg op zijn hoogtepunt bijna
een kwart van het landoppervlak van de wereld. De Britse kolonisatie begon in het begin van de 17e
eeuw met de vestiging van Jamestown, Virginia, en duurde meer dan drie eeuwen, waarbij de Britten
kolonies stichtten in Noord-Amerika, het Caribisch gebied, Afrika, Azië en de Stille Oceaan.
De motivaties achter de Britse kolonisatie waren voornamelijk economisch, politiek en religieus.
Britse koloniën werden gesticht om natuurlijke hulpbronnen zoals mineralen en grondstoffen te
exploiteren en om handelsnetwerken op te zetten die de Britse economie ten goede zouden komen.
De Britten wilden ook hun politieke macht en invloed uitbreiden, met name in gebieden als India,
waar zij controle konden uitoefenen over lokale heersers en regeringen. Religie was ook een factor:
veel Britse kolonies werden gesticht als toevluchtsoorden voor religieuze minderheden, zoals de
puriteinen in Noord-Amerika.
Het effect van de Britse kolonisatie was zowel positief als negatief. Aan de ene kant bracht de Britse
kolonisatie economische ontwikkeling, infrastructuur en modernisering in veel regio's van de wereld.
In India, bijvoorbeeld, introduceerden de Britten moderne technologieën zoals spoorwegen,
telegraaf en moderne rechtssystemen. De Britten introduceerden ook onderwijs en hielpen een
moderne bureaucratie op te zetten.
Anderzijds had de Britse kolonisatie ook veel negatieve gevolgen. De Britten exploiteerden vaak de
natuurlijke hulpbronnen en de arbeid van hun koloniën, en dwongen de lokale bevolking te werken
onder gevaarlijke en uitbuitende omstandigheden. In veel gevallen legden de Britten ook hun cultuur
en waarden op aan de lokale bevolking, wat leidde tot de erosie van traditionele culturen en talen.
Bovendien regeerden de Britten hun koloniën vaak met ijzeren vuist, waarbij ze geweld en
onderdrukking gebruikten om hun controle te handhaven.
Vandaag is de erfenis van de Britse kolonisatie nog steeds voelbaar in vele delen van de wereld. Veel
voormalige Britse koloniën worstelen nog steeds met de erfenis van economische uitbuiting en
culturele verdwijning, terwijl andere koloniën erin geslaagd zijn voort te bouwen op de infrastructuur
en systemen die tijdens de koloniale periode zijn opgezet om economische en sociale ontwikkeling te
bewerkstelligen. In het algemeen is de impact van de Britse kolonisatie een complex en veelzijdig
onderwerp dat nog steeds wordt besproken door wetenschappers, beleidsmakers en
gemeenschappen over de hele wereld.
4