100% Zufriedenheitsgarantie Sofort verfügbar nach Zahlung Sowohl online als auch als PDF Du bist an nichts gebunden 4.2 TrustPilot
logo-home
Notizen

Transfer Pricing uitgebreide Hoorcollege week 1 tot en met 6

Bewertung
-
Verkauft
1
seiten
101
Hochgeladen auf
14-03-2025
geschrieben in
2024/2025

Dit document omvat uitgebreide Hoorcollege aantekeningen voor het vak Transfer Pricing, van week 1 tot en met week 6.

Hochschule
Kurs











Ups! Dein Dokument kann gerade nicht geladen werden. Versuch es erneut oder kontaktiere den Support.

Schule, Studium & Fach

Hochschule
Studium
Kurs

Dokument Information

Hochgeladen auf
14. märz 2025
Anzahl der Seiten
101
geschrieben in
2024/2025
Typ
Notizen
Professor(en)
N. vis
Enthält
Alle klassen

Themen

Inhaltsvorschau

Transfer Pricing Hoorcollege
Week 1A - Referentiekader in beweging

Agenda

1. Relevantie transfer pricing
2. Het arm’s lengthbeginsel
3. Wet- en regelgeving en recente ontwikkelingen

Part 1 Relevantie Transfer Pricing – Van Egdom hoofdstuk 1

Intercompany transacties in relatie tot de totale wereldhandel

• UNCTAD report says:
o 80% of trade takes place in ‘value chains’ linked to transnational corporations,
▪ 80% van alle transacties die in de wereld plaatsvinden is tussen ondernemingen binnen
grote multinationals.
o the value chains administered now account for 80 per cent of the $20 trillion in trade each year.

Verrekenprijzen




• Alle activiteiten vinden plaats binnen deze vennootschap.
o Activiteiten: goederen verkopen aan de markt/consument, inkopen, goederen produceren,
onderzoek, ontwikkeling, goede marketing.
▪ VB goede marketing tegenwoordig: Apple.
o Als je dat allemaal in één onderneming doet, in Nederland, niets te maken met internationaal
handel, gebeurt allemaal in dezelfde vennootschap.




• Onderneming is zo groot geworden, deze kan nu inkoop op andere locatie in de wereld doen waar
misschien fiscaal tarief lager is.
• Land A gaat inkoop doen, je hebt daar alle goederen zitten. Die moeten vervolgens gekoppeld worden aan
productielocatie, Land B, bijvoorbeeld in lagelonenlanden.
• Als het ook weer in een ander land wordt geproduceerd, en verkoop van goederen over de hele wereld en in
elk land ook andere vennootschap hebben, ontstaan er allemaal verschillende transacties binnen deze
inmiddels multinationale onderneming.
• R&D: genoeg landen te bedenken die innovatiebox achtig iets hebben, maar onder gunstigere voorwaarden
dan Nederland.

,• Als je gigantische vrijheid zou hebben om alles te doen en te laten als multinational, dan zou je misschien
niet in Nederland blijven zitten met tarief van 25%, maar in andere landen waar het veel lager is (VB.
Bermuda, Jersey).
• Achtergrond van verrekenprijzen: multinationals die zoveel mogelijk activiteiten uit elkaar trekken en daar
ieder locatie voor zoeken, en daardoor ontstaan transacties tussen verschillende entiteiten/landen en elk
land wil zijn fair share hebben. Dat deel van de taart dat hem toekomt is van belang.
o Verrekenprijzen suggereert eenmaal een prijs voor individuele transactie, daar moeten we wel naar
toe gaan, maar het begint eigenlijk bij het verdelen van winst van multinational.
o Hoe doen we dat (welke stappen, waar begin je)?
o Mondt uit in beloning voor vennootschap (deel van de winst dat toekomst aan een land) en aan
hand daarvan kan je individuele prijs berekenen voor het goed of dienst dat wordt geleverd.

Belang van winstallocatie voor de bedrijfsvoering

• Als de onderneming het echt goed wilt doen, dan zal die het ook moeten inplannen in zijn eigen organisatie.
Al die vennootschappen hebben eigen managers en die moeten beoordeeld en beloond worden (bonus).
o Dus als de onderneming het helemaal goed doet, is fiscaliteit het eindpunt en begin in de
organisatie voor al die afdelingen (begroting vooraf dat ze weten wat ze moeten doen, dat ze
achteraf kunnen controleren of het goed gegaan is). Als dat in de organisatie goed is vastgelegd, dan
komt het ook goed in de jaarrekening, dan ook de fiscaliteit en verrekenprijzen.
o Helaas is de werkelijkheid stukken weerbarstiger.
• Management en control van de organisatie
o Ex-ante aansturing- budgetten
o Ex-post performance evaluatie
o Goal congruence – optimaal nastreven van eigen rol en verantwoordelijkheid
o Tax Control Framework - (relevant voor het Horizontaal Toezicht beleid van de belastingdienst)
• Verantwoordelijkheidscentra:
o Cost center
▪ Zo efficiënt mogelijk produceren tegen een bepaalbare standaard (C+)
o Expense center
▪ Het uitvoeren van noodzakelijke taken die slecht te sturen zijn (@C of C+)
o Revenue center
▪ Het realiseren van verkopen aan derden (Resale Price)
o Profit center
▪ De entrepreneur (Restwinst)
o Investment center
▪ Management, strategic marketing, fundamental R&D (profit split)

Belang van winstallocatie voor de fiscaliteit

• Compliance
o Belastingheffing gebeurt op landenniveau
▪ Juiste verdeling van winst aan elk land.
▪ Zoeken naar winst waar zo min mogelijk belasting is, dat vergroot aandeelhouderswaarde
van de organisatie.
▪ Maar dit is niet hoe het werkt voor verrekenprijzen, hiervoor gelden andere regels. Je kijkt
naar functionaliteit, dus wie welke functies uitoefent/risico’s draagt en welke bezittingen
hebt.
□ Hoe meer functionaliteit/risico’s je loopt, hoe meer winst je wilt hebben.
o Derhalve moet een internationaal opererende onderneming in staat zijn de winst per land vast te
stellen.

,• Arbitrage
o Ieder land is autonoom in het vaststellen van haar eigen belastingsysteem.
o Derhalve bestaan er (grote) verschillen tussen de diverse landen en kan de winst van een
internationaal opererende onderneming in het ene land een ander belastingregime deelachtig
worden dan in een ander.
o Zodoende zal een belang bestaan om zoveel mogelijk winst te alloceren aan het fiscaal meest
gunstige land.

Belang van winstallocatie voor de fiscaliteit




• Mft: Manufacturer
• SO: Sales office (verkoopkantoor)
• COGS: Cost of goods sold (kostprijs goederen)
• Gross Margin: Brutowinst

• Stel je voor dat het bedrijf doet en laat wat die zelf wilt, en gaat op zoek naar het land waar hij het minste
belasting gaat betalen.
• Manufacturer koopt goederen in voor 60 (COGS) en hij verkoopt omzet voor 80 aan de verkoopkantoor (SO
land).
o Dit is het organisatie waar alleen de fabrikant zit en verkoopkantoor.
o Dus fabrikant heeft brutowinst van 20 met operationele kosten van 10, en komt uit op nettowinst
van 10.
o Hij zit in Land A met belastingtarief van 40%, 40% van 10 is belastingdruk van 4.
• Voor verkoopkantoor: je koopt in bij manufacturer (COGS van 80) met omzet van 100.
o Dan heb je een brutowinst van 20, operationele kosten van 15, kom je uit op nettowinst van 5. 5 x
20% tarief is 1. Totale belastingdruk in dit jaar is 5.
• Deze onderneming zegt dan dat die advies wil hebben van belastingadvieskantoor en zo min mogelijk
belasting wilt betalen. Wat zou je dan kunnen doen?
o Dan wil je uit de land van 40% tarief, dat is veel te veel.
o In het optiek van deze belastingplichtige uitgerekend wat die dan met omzet van 70% aan goederen
moet verkopen aan SO.
▪ Kostprijs goederen blijft hetzelfde, er wordt nog steeds goederen ingekocht van de markt,
dat blijft 60. 10 aan operationale kosten, dan kom je uit op 0. 40% over 0 is 0.
▪ Het effect zit bij de verkoopkantoor, die gaat meer winst maken, omdat zijn inkoopprijs van
goederen omlaag gaat van 80 naar 70, brutowinst van 30 komt uit op nettomarge van 15. 15
x 20% is 3, je betaalt over 3 belasting.
□ Het zijn kleine bedragen, maar wel waar je misschien naar op zoek gaat.
□ Als je dit zou willen doen, moet je buiten TP-optiek ervoor zorgen dat je het goed
regelt.

, □ Dus je moet deze delen van fabrikant en verkoopkantoor zo inrichten, dat in ieder
geval omzet wat te maken kan (70, en in dit VB kom je op 0 uit), en zorgt dat bij de
fabrikant de winst wel echt gedrukt wordt.
o Dat je toch de winst zo laag mogelijk maakt, zoals op 0 uitkomen, dat is niet
goed.
o Hoe? Functionele analyse.

Part 2 Het arm’s lengthbeginsel – Van Egdom hoofdstuk 2

Voor de fiscaliteit is een keuze gemaakt voor het arm’s length beginsel

• Prijzen die tot stand komen tussen entiteiten die tot dezelfde groep behoren zijn niet onderworpen aan
marktkrachten en daarom niet per definitie zakelijk.
• Voor de fiscale winstallocatie wordt internationaal het arm’s length beginsel gehanteerd.
o Er wordt getracht een analogie te creëren met zakelijk (at arm’s length) handelende derden
• ASSOCIATED ENTERPRISES
o Where …conditions are made or imposed between the two enterprises in their commercial or
financial relations which differ from those which would be made between independent enterprises,
then any profits which would, but for those conditions, have accrued to one of the enterprises, but,
by reason of those conditions, have not so accrued, may be included in the profits of that enterprise
and taxed accordingly.
▪ Gelieerdheid kent eigenlijk geen begrip in het kader van kapitaal (hoeveel kapitaal je zou
moeten hebben).
□ Dus artikel 10a Wet Vpb waarin 1/3 belang in staat, kennen we hier niet. Elk
percentage zou al tot gelieerdheid kunnen leiden.
□ Toezicht is gelieerdheid: leiding geven aan andere vennootschap is gelieerdheid.
□ Boek Hoofdstuk 11 pas. Nu aannemen dat wat we doen is al gelieerdheid.
□ In de praktijk leidt het veelal niet tot discussie, maar inmiddels wel paar discussies
over of er wel sprake is van gelieerdheid of niet.
o Als belastingplichtige stelt dat er geen sprake is van gelieerdheid, zit je niet in
de TP-situatie, dus is alles juist.
o Als je als inspecteur toch kan beargumenteren dat er wel sprake is van
gelieerdheid, zou het een heel ander discussie opleveren.
✓ Stel je hebt grensoverschrijdend vriendenprijs afgesproken bij niet-gelieerde partijen?
o Dan lost de TP dat in principe niet op, tenzij er nog een addertje onder de gras zou zitten.
o Waar ligt dan toch die discussie over gelieerdheid, hoe kan er dan toch onduidelijk zijn dat de
partijen gelieerd zijn?
▪ Omdat de voorwaarde die afgesproken zijn misschien wel zodanig zijn dat … helemaal niet
noodzakelijk kunnen zijn.
▪ In kader van leningsovereenkomst: als deze met de bank wordt gesloten (met 100 pagina’s).
Als belastingplichtige dan zou zeggen dat er geen sprake is van gelieerdheid en komt aan
met overeenkomst van 3 pagina’s, wat op zich vrij gebruikelijk is wanneer het binnen de
groep is. Dan roept het wel twijfel op, waarin de hoofdvoorwaarden niet in staan wat de bank
wel zou vragen, of dat toch wel een zakelijke overeenkomst is.
o TP gaat dus ook heel erg om documentatie, ligt de belastingplichtige de dingen wel goed vast? Dat
maakt het stukken lastiger voor de Belastingdienst.

Het arm’s length beginsel

• Wat is verrekenprijzen?
8,49 €
Vollständigen Zugriff auf das Dokument erhalten:

100% Zufriedenheitsgarantie
Sofort verfügbar nach Zahlung
Sowohl online als auch als PDF
Du bist an nichts gebunden

Lerne den Verkäufer kennen
Seller avatar
Fiscaalmasterstudent

Lerne den Verkäufer kennen

Seller avatar
Fiscaalmasterstudent Universiteit van Amsterdam
Folgen Sie müssen sich einloggen, um Studenten oder Kursen zu folgen.
Verkauft
1
Mitglied seit
2 Jahren
Anzahl der Follower
0
Dokumente
3
Zuletzt verkauft
3 Jahren vor

0,0

0 rezensionen

5
0
4
0
3
0
2
0
1
0

Kürzlich von dir angesehen.

Warum sich Studierende für Stuvia entscheiden

on Mitstudent*innen erstellt, durch Bewertungen verifiziert

Geschrieben von Student*innen, die bestanden haben und bewertet von anderen, die diese Studiendokumente verwendet haben.

Nicht zufrieden? Wähle ein anderes Dokument

Kein Problem! Du kannst direkt ein anderes Dokument wählen, das besser zu dem passt, was du suchst.

Bezahle wie du möchtest, fange sofort an zu lernen

Kein Abonnement, keine Verpflichtungen. Bezahle wie gewohnt per Kreditkarte oder Sofort und lade dein PDF-Dokument sofort herunter.

Student with book image

“Gekauft, heruntergeladen und bestanden. So einfach kann es sein.”

Alisha Student

Häufig gestellte Fragen