Les 7 – Bufferprocessen
Taakverdeling rond ouderschap
Het takenpakket
Globale inventarisatie van het complete takkenpakket dat in alle tijden en culturen inherent is aan
ouderschap. Twee soorten taken: voorwaardenscheppende en ondersteunende, ofwel faciliterende
taken (a) en feitelijke grootbrengen (b).
Voorwaardenscheppende en Zorgen voor een veilige plek, voedsel en kleding =
ondersteunende taken: het “de kostwinning” of “het huishouden”
faciliteren van de opvoeding Ze vragen beide tijd en energie
Langetermijnzaken zoals bv. vaste inkomsten uit
werk, sociale zekerheid maar ook dagelijkse details
zoals prijs van etenswaren of de vaat
Beleidsvragen, waarbij belangen en overwegingen
een rol spelen die niet direct het kind treffen maar
andere levensterreinen van de ouders
Maatschappelijke overwegingen bv. in bepaalde
gemeenschappen is het een teken van welstand en
succes van de man als de vrouw niet buitenshuis
werkt, in andere een teken van achterlopende
emancipatie en luiheid
Het feitelijke grootbrengen Praktische aspecten zoals aankleden, eten geven,
naar bed brengen, … en dit alles soepel organiseren
Opvoedkundige aspecten zoals kind moet leren om
autonoom te functioneren en wordt gesocialiseerd
tot een lid van de familie en maatschappij
Begeleiding, instructie, controle en educatie
vereisen tijd, energie, aandacht en emotionele
beschikbaarheid van volwassenen
Gezonder als alle taken worden verdeeld
Kind leert dan diverse soorten oudergedrag met
bijbehorende eisen, affectie, grenzen en
temperament
Taakverdeling reikt verder dan de direct
betrokkenen
Ouderschap wordt mee gedragen door de
maatschappij “als stand-by”
Niet solidair met ouders
Hun inzet niet waardeert
Niet mede verantwoordelijk
Niet bereid in te springen (helpend
i.p.v. corrigerend)
→ Ouderschap loodzware last
Lange termijn en dagdagelijks
3 niveaus van betrokkenheid
, 1. Beleidsmatig
In de Westerse maatschappij bepaalt niet familie of schoonmoeder of stamhoofd het beleid
betreffende wie welk onderdeel van het takenpakket uitvoert, maar doen ouders dat zelf
Alle ouders overleggen wel van tijd tot tijd over hun beleid bij feitelijke grootbrengen met
deskundigen bv. consultatiebureaus, huisarts of school
Ruggensteun vanuit ‘het dorp’
2. Uitvoerend (al dan niet gedelegeerd)
De maatschappij functioneert als stand by voor werkloze of arbeidsongeschikte ouders
Het huishouden wordt door werkende ouders soms uitbesteedt
Alle ouders besteden de formele educatie van het kind uit = onderwijs
Ouderlijke taken als socialisatie en zelfstandig maken worden mee-gedelegeerd in de uren
op school
3. Stand by
Maatschappij als ‘stand by’ wat betreft kostwinning i.g.v. werkloosheid en
arbeidsongeschiktheid
Continuïteit op de werkvloer is een voorwaarde voor de kern van het takenpakket: het
‘commitment’ dat inherent is aan het besef van verantwoordelijk zijn en dat tegemoetkomt
aan de hechtingsbehoefte van het kind
Formele stand by’s: buurthuis, ballet, voetbal, …
Naarmate een kind of gezin meer “at risk” is, speelt het sociale netwerk een belangrijkere rol. Het
lijkt een paradox. Een behulpzaam netwerk is een voorwaarde voor een goede uitvoering.
‘Moedertaken’ en ‘vadertaken’
Taakverdeling rond ouderschap
Het takenpakket
Globale inventarisatie van het complete takkenpakket dat in alle tijden en culturen inherent is aan
ouderschap. Twee soorten taken: voorwaardenscheppende en ondersteunende, ofwel faciliterende
taken (a) en feitelijke grootbrengen (b).
Voorwaardenscheppende en Zorgen voor een veilige plek, voedsel en kleding =
ondersteunende taken: het “de kostwinning” of “het huishouden”
faciliteren van de opvoeding Ze vragen beide tijd en energie
Langetermijnzaken zoals bv. vaste inkomsten uit
werk, sociale zekerheid maar ook dagelijkse details
zoals prijs van etenswaren of de vaat
Beleidsvragen, waarbij belangen en overwegingen
een rol spelen die niet direct het kind treffen maar
andere levensterreinen van de ouders
Maatschappelijke overwegingen bv. in bepaalde
gemeenschappen is het een teken van welstand en
succes van de man als de vrouw niet buitenshuis
werkt, in andere een teken van achterlopende
emancipatie en luiheid
Het feitelijke grootbrengen Praktische aspecten zoals aankleden, eten geven,
naar bed brengen, … en dit alles soepel organiseren
Opvoedkundige aspecten zoals kind moet leren om
autonoom te functioneren en wordt gesocialiseerd
tot een lid van de familie en maatschappij
Begeleiding, instructie, controle en educatie
vereisen tijd, energie, aandacht en emotionele
beschikbaarheid van volwassenen
Gezonder als alle taken worden verdeeld
Kind leert dan diverse soorten oudergedrag met
bijbehorende eisen, affectie, grenzen en
temperament
Taakverdeling reikt verder dan de direct
betrokkenen
Ouderschap wordt mee gedragen door de
maatschappij “als stand-by”
Niet solidair met ouders
Hun inzet niet waardeert
Niet mede verantwoordelijk
Niet bereid in te springen (helpend
i.p.v. corrigerend)
→ Ouderschap loodzware last
Lange termijn en dagdagelijks
3 niveaus van betrokkenheid
, 1. Beleidsmatig
In de Westerse maatschappij bepaalt niet familie of schoonmoeder of stamhoofd het beleid
betreffende wie welk onderdeel van het takenpakket uitvoert, maar doen ouders dat zelf
Alle ouders overleggen wel van tijd tot tijd over hun beleid bij feitelijke grootbrengen met
deskundigen bv. consultatiebureaus, huisarts of school
Ruggensteun vanuit ‘het dorp’
2. Uitvoerend (al dan niet gedelegeerd)
De maatschappij functioneert als stand by voor werkloze of arbeidsongeschikte ouders
Het huishouden wordt door werkende ouders soms uitbesteedt
Alle ouders besteden de formele educatie van het kind uit = onderwijs
Ouderlijke taken als socialisatie en zelfstandig maken worden mee-gedelegeerd in de uren
op school
3. Stand by
Maatschappij als ‘stand by’ wat betreft kostwinning i.g.v. werkloosheid en
arbeidsongeschiktheid
Continuïteit op de werkvloer is een voorwaarde voor de kern van het takenpakket: het
‘commitment’ dat inherent is aan het besef van verantwoordelijk zijn en dat tegemoetkomt
aan de hechtingsbehoefte van het kind
Formele stand by’s: buurthuis, ballet, voetbal, …
Naarmate een kind of gezin meer “at risk” is, speelt het sociale netwerk een belangrijkere rol. Het
lijkt een paradox. Een behulpzaam netwerk is een voorwaarde voor een goede uitvoering.
‘Moedertaken’ en ‘vadertaken’
